|
De enige formatie die nog aan de jaren van vóór de eerste wereldoorlog herinnert, is het ‘strijkje’ dat zich, zij het met de hakken over de sloot, nog wel heeft kunnen handhaven. Het opvallende hierbij is dat, welke grillen de lichte muze zich ook heeft veroorloofd, het strijkje als een onafgebroken rosé draad door de geschiedenis van het amusement is blijven lopen. Het domein van het strijkje beperkt zich de laatste jaren meer en meer tot het restaurant van het grote hotel. In de cafés heeft het vermaak zich na de oorlog dusdanig gewijzigd, dat de sentimentele melodie geheel in de verdrukking is gekomen. En het strijkje existeert nu eenmaal bij de gratie der sentimentele wijzen. Maar in de hotels en restaurants zijn ze dan nog: de onvervalste strijkjes, in een enkel geval zelfs nog met de wenende cello. De taak van de Stehgeiger is een delicate. Bij het allereerste dineetje van de twee gelieven kan hij, wanneer de conversatie nog niet zó vloeiend verloopt, de schuchtere minnaar – figuurlijk gesproken dan – een reddingsboei toewerpen. Al is het maar in de vorm van de afschuwelijkste gemeenplaatsen: ‘Si vous 1’aviez compris’, ‘Parlez-moi d’amour’, ‘Si petite’, ‘Plaisir d’amour’ en al die andere minneliederen die hun uitwerking nimmer hebben gemist en die aanleiding zijn geweest tot heel wat gelukkige huwelijken. Belangrijke aangelegenheden als zij zijn, onderschatte men deze serenades dus niet. Vooral niet in ons land. In Italië en Spanje bijvoorbeeld, waar iedere minnaar een zanger is, waar bovendien de nachten zwoel zijn, zodat er voor ieder die met overkropt gemoed rondloopt, gelegenheid is zich in zang – of onzang – te uiten, ja, daar ligt de zaak anders. Maar in ons trieste klimaat is het nu eenmaal niet voor de hand liggend, dat degeen die op vrijersvoeten gaat, na de drukte van het bureel, of na een hele dag zaken doen, plotseling als een lichtvoetige Apollo naar de lier grijpt om dan onder een balkon of onder een raam te gaan staan zingen. Dat zijn de gevallen waarbij de Stehgeiger wordt ingeschakeld. De melodieën waartegen de tekst gemakkelijk is aangevlijd, worden op het juiste moment en vanuit het meest geschikte hoekje van het restaurant gespeeld. De serenade, in gepaste bescheidenheid uitgevoerd, wordt als het ware op fluwelen voeten en keurig verpakt, bezorgd. Als een betrouwbaar leverancier levert de Stehgeiger de zoeter dan zoete melodieën. Een eerzaam beroep. En zo vedelt, als een nabloeiertje uit de laat-romantische jaren, in de restaurants nog wel de ronddrentelende violist, die uit zijn repertoire van tienduizend nummers put. Als ook deze laatste der Mohikanen het veld heeft geruimd, zal er van de romantiek niet veel meer resten dan de herinnering. Als het pluche foto-album en de lavendelgeuren. |