30 uur shopping mall muzak!!!
|
Elevator Music: Een Surrealistische Historie Het Howard Johnson’s restaurant in het centrum van New York’s theaterdistrict biedt een schouwspel van vinyl bekleding, nep-hout laminaat, Formica moderne en gasten van elk pluimage die er hun portie frietjes komen eten, opgediend met te lang doorgekookte groenten en stukjes Jell-O terwijl de Muzak op de achtergrond de allerlaatste selectie over de luidsprekers afspeelt. Maar het is de achtergrondmuziek, de “muzak” dat in feite het belangrijkste ingredient is van deze eetgelegenheid, een gecomputeriseerde uitdraai – de playlist – ter opvulling van het geroezemoes in de achtergrond dat naar het schijnt alles wat de klanten doen en zelfs denken, lijkt te kunnen besturen. Maar als dit een beetje teveel “middlebrow” voor je is dan hoef je alleen maar naar New York’s East Village te gaan, LA’s West Hollywood of elk ander establishment waar het “chic” heet te zijn en je vindt er hetzelfde concept, zij het dit keer met bijvoorbeeld de digitale drone-achtige muziek van Brian Eno bij je cappuccino en een intelectueel diepgaand gesprek over het laatste boek dat je gelezen hebt. Het theater, de mensen, de locatie, het menu, de koffie, de context mag dan misschien verschillen, het podium is in principe altijd hetzelfde. En naarmate ons moderne leven zich steeds meer en vaker afspeelt in een megapolis met overal air-condtioning ziet het er naar uit dat deze zorgvuldig gemonitorde sonic omgeving onze toekomst is. De restaurants, de liften, supermarkten, winkelcentra, kantoren, lobbies, hotels en thema-parken nemen alleen maar in aantal toe en al deze ruimtes moeten natuurlijk met luidsprekers ingericht worden om ook het achtergrondmuziekje te kunnen afspelen – muziek die meestal bedoelt is om je in een stemming te brengen waarbij je gemakkelijker en sneller bereid bent om geld te besteden. Ga maar na in jouw eigen omgeving, de achtergrond muziek is overal: je kunt muziek luisteren bij de geldautomaat, je wordt getrakteerd op een goude oude tijdens het wachten aan de telefoon met nog 10 wachtende voor u en zelf gedigitaliseerde natuurgeluiden hebben inmddels een bloeiende afzet. Naast deze “muzak’ – in goed nederlands tegenwoordig ook “elevator music” genoemd of, meer officieel, ook wel “mood music” – moet je natuurlijk ook niet de muziek vergeten bij jouw favorite filmscenes, de muziek afkomstig van de televisie en radio die toch ook nietsvermoedend ons onderbewustzijn binnendringt; erger nog, de (moderne) woning zelf is tegenwoordig een soort van entertainment centrum geworden waar de momenten van echte stilte zo goed als bijna nooit meer voorkomen. Maar noem de namen muzak, easy listening of zelfs “contemporary instrumental” en je zal ongetwijfeld opmerkingen horen als: saai, niet echt, te gladjes, enzovoort. Al deze reacties lijken voort te komen uit een cultureel vooroordeel dat enerzijds de eerlijk, op rechte en echte muziek omhoog prijst en anderzijds deze achtergrond “muzak” verwerpt. Maar in deze verlichtende tijden, nu wij toch allemaal geacht worden nadenkende wezens te zijn, is misschien dat vooroordeel niet helemaal terecht meer. Na deccenia van rock muziek, stampende disco beats en ook opgedreunde, monotone raps lijkt het alsof de muziek die niet deze faceten heeft als “slecht” word aangehoord. En dat – helaas – doet mij enigszins denken aan “zombies” wat toch niet bedoeling is van de muziek en haar vele muzikanten. Er moet natuurlijk ook plaats zijn voor andere soorten muziek dan alleen het populaire. Maar gelukkig zijn er ook artiesten die in deze meer op de achtergrond opererende stijl uitermate creatief zijn geweest: denk bijvoorbeeld aan Brian Eno, Percy Faith, artiesten die het toch gelukt is hun “wallpapers of sound” meer naar de voorgrond te brengen. Sinds de opkomst en acceptatie van “muzak” zo’n halve eeuw geleden is bij dit soort muziek de filosofie erachter – en ook het wetenschappelijk onderzoek ernaar: de musicology – niet stil blijven staan: het is al lang niet meer zomaar het achtergrondmuziekje en heeft zich gaandeweg ontwikkeld tot een volwaardige muziekstijl. Maar wat onderscheidt nu deze muziek van de andere soorten muziek? Meestal is deze “muzak” een soort van kunstzinnig gearrangeerd mozaiek van harmonieen en melodieeen, metronomische herhalingen, met muzikale patronen die ongemerkt in elkaar overlopen, vol met hypnotische violen, harpen, celestes and andere muziekinstrumenten die enigszins aan de “hemel” doen denken, met allerlei vage harmonieeen die, naar het aanhoort, afkomstig zijn van een mysterieus, onherkenbare bron maar toch eigenlijk ook niet helemaal zo “random” klinken, zoals bijvoorbeeld improvisaties. Het laat toch patronen horen die aan composities doen denken. Sommigen durven zelfs te beweren dat het eigenlijk meer muziek is dan wat wij gewoonlijk onder daaronder verstaan. De mood music geeft ook een ander soort van luisterervaring. De psycho-analist kan je vertellen dat dit soort van muziek de aandacht wegneemt van de inhoud van de muziek en ons meer meevoert naar een soort van surrealistische wereld. Dit soort van muziek inspireert ons om de alledaagse saaiheid wat op te fleuren en aangenamer te maken; de klanken van deze achtergrond muziek zijn – net als bij een Hollywood film – eigenlijk als de begeleidende soundtrack bij de filmbeelden van ons eigen leven. De muzak volgt probleemloos (vanwege het gemis van elke muzikale inhoud die haar eigen is) de stemmingen en gedachten die bij ons naar boven komen zonder echt opdringerig te zijn en geleidelijk aan geeft het ons het idee dat we in een droomwereld leven. Of het nu de experimentele stukken van Philip Glass of de honingzoete klanken van Mantovani zijn, de mood music zet de tijd even stil. We zijn minder gestressed, vrij van problemen en sneller geneigd om de zaken wat meer te overdenken. Los daarvan kunnen we ook zo nu en dan simpelweg even wat toontjes meefluiten. Anderen zullen de geluidsopvulling van de achtergrond juist om deze redenen zeer irritant vinden: het rustig voortkabbelende, vriendelijke deuntje werkt als de rode lap op de stier. Het is kortom voor een ieder anders hoe deze mood music ervaren zal worden. De grote hoeveelheid niet zo vriendelijke grappen en neerhalende anecdotes bij het fenomeen muzak verraad enigszins dat velen niet echt door hebben dat deze muziek zeer belangrijk is in onze door de media geregeerde cultuur. De engelse toneelschrijver J. B Priestley wilde het afschaffen, de komiek Spike Milligan meende dat de stilte de ziel bevrijd en dat de muzak het kapot maakt. Een ander was bang dat de persoon “die de muzak heeft uitgevonden ook misschien ooit wel eens wat anders kan uitvinden”. De muzak metafoor is ook heel goed bruikbaar om andere zaken dan de muziek belachelijk te maken. Het New York magazine meende eens dat Bill Clinton moerassige retoriek het politieke equivalent van de muzak is, doelende op zijn gewoonte om zwaarwegende problemen af te doen met enkeld mooie woorden zonder zelf ooit een stevig standpunt in te nemen. Het Amerikaanse Sympony League verlangt dat elk hotel waar zij hun jaarlijkse bijeenkomsten organeren vrij is van elke achtergrondmuziek omdat de bedoeling van die bijeenkomsten is om “meer ontvankelijk voor de (echte) muziek te zijn en niet minder”. Maar anderen vinden dat ongeachte de weerzin die dit soort van muziek oproept het niettemin tegenwoordig ondenkbaar is dat de muzak ooit weer eens zal verdwijnen: Een kunstenaar als Andy Warhol ging zelfs verder en verklaarde dat hij een fan van muzak was omdat het zo prettig afluisterbaar is – het zou uitgezonden moeten worden op het MTV televisiekanaal. Hoewel de muzak nu omgevormd is naar “mood music” is het toch nog steeds opmerkelijk hoe een firmanaam zo haar stempel heeft kunnen drukken op dit soort van muziek. Het valt daardoor in het rijtje van de firma’s Kleenex, Xerox, Vaseline, Kodak, enzovoort en door de ogen van de zakenman is dat een fantastische presentatie. Zeker 90 miljoen mensen luisteren dagelijks naar deze mood music; het is nog steeds een bloeiende bedrijfstak. |