blanco

melodie.moonpub.net

de populaire muziek & haar deuntjes uitgelicht

Het Schrammelkwartet – een nieuw orkesttype




Naast de orkestbezetting zoals die door de grote Weense meesters zou worden voorgeschreven, werd ook in kleinere formatie gespeeld. De volgens de naam uit Frankrijk stammende ‘Pariser Besetzung’, ensembles die orkestwerken uitvoerden welke voor een zo klein mogelijk aantal instrumenten waren gearrangeerd, was merkwaardigerwijze het meest in Duitsland bekend. Zoals gezegd wijst de benaming er op. dat het waarschijnlijk de Fransen zijn geweest die het eerst de café-muziek min of meer serieus hebben beoefend.


De tweede helft van de negentiende eeuw bracht een nieuw orkesttype: het  ‘Schrammelkwartet’, genoemd naar de oprichter, de violist Johann Schrammel. Deze formatie bestaande uit: twee violen, klarinet en gitaar, vond spoedig zijn weg naar Grinzing, de charmante voorstad van Wenen, vermaard om de zogenaamde Heurigenschanke, de wijnrestaurants waar men zowel binnen als buiten kan worden bediend. De Schrammelorkesten, bij uitstek geschikt voor de vertolking van Weense wijsjes, kregen grote bekendheid. In de loop der jaren wijzigde zich de bezetting; de klarinet werd veelal vervangen door het accordeon of de citer.

Het Schrammelkwartet heeft in enkele gevallen invloed uitgeoefend op componisten van kunstmuziek. In de eerste plaats op Arnold Schönberg. De oorzaak van deze voorliefde is niet ver te zoeken. Een foto uit de negentiger jaren vertoont een vrolijk groepje van vijf musici in Tiroler kledij. De Stehgeiger is niemand minder dan Fritz Kreisler, de cello wordt bespeeld door Arnold Schönberg, in enkele van wiens werken reminiscenties uit die jaren doorklinken. Dit is het geval bij de ‘Serenade’ en in het Septet. In beide werken zijn trekken van het Schrammelkwartet te onderkennen. Duidelijker nog is dit het geval  bij Alban Berg’s ‘Wozzeck’, waar in de scènemuziek een orkestje optreedt, bestaande uit twee violen, een klarinet, verschillende gitaren en een bombardon.

Om weer haastig tot het amusement der negentiende eeuw over te gaan: dit maakte grote opgang. Allerlei amusementsorkesten ontstonden, variërend van drie tot soms wel vijfendertig personen. Maar hoe de bezetting ook mocht zijn, de Stehgeiger-met-temperamentsvertoon mocht nimmer ontbreken. Zo werd het amusementsbedrijf een uitkomst voor heel wat violisten met talent. Talrijke openbare gelegenheden uit die dagen konden zich er op beroemen violisten tussen hun muren te hebben gehad voor wie een wereldreputatie was weggelegd.

Toen Kreisler besloot tóch maar de violistenloopbaan te kiezen, zocht hij afzondering in een taveerne even buiten Wenen, een logement waar, volgens de gedenksteen, Schubert meermalen zijn toevlucht heeft gezocht. Kreislers bedoeling was, hier enige maanden zeer intensief viool te studeren. Om de kosten voor logies uit te sparen, trof zijn vader een regeling met de waard. Hierbij werd overeengekomen, dat Fritz gratis kost en inwoning zou krijgen. In ruil hiervoor zou hij van tijd tot tijd de gasten onderhouden met zijn vioolspel …




Click to listen highlighted text!