blanco

melodie.moonpub.net

de populaire muziek & haar deuntjes uitgelicht

de Hill Billies, dat stelletje boerenpummels


De radio doorbrak ook de isolatie van het platteland. Evenals hun voorgangers, de kwakzalvers, maakten de fabrikanten, die reclame maakten voor de radio, gebruik van musici van het platteland om de ruimte tussen de commercials op te vullen. De honderden radiostations die in de twintiger en dertiger jaren in de zuidelijke staten werden opgericht, brachten op deze manier het contact tot stand tussen de boerenmusici en een publiek dat buiten hun streek woonde.


Ze werden niet best bestaald en naar willekeur aangenomen en ontslagen. Maar als ze eenmaal werk bij de radio hadden gehad kwamen er wel meer contracten los, en mensen als fiddler Eek Robertson uit Texas, banjo-speler Charlie Poole uit North Carolina en de groep de Skillet Lickers uit Georgia verwierven grote bekendheid in het zuiden. Eek Robertson, brutaal als hij was, maakte zijn eerste plaat door domweg naar New York te gaan, daar het kantoor binnen te stappen van de Victor Talking Machine Company en te eisen dat er een opname van hem werd gemaakt. Van zijn versie van ‘Arkansas Traveller’ werden een paar platen verkocht en dat was alles. Meer werd er van deze landelijke muziek niet gehoord tot Ralph Peer, een talentenjager van Okeh Records, die al een opname had gemaakt van de blueszangeres Mamie Smith, zich in Atlanta waagde.

Daar zou dan een opname gemaakt worden van Fiddlin’ John Carson, een man die de vijftig al gepasseerd was. Het experiment vond plaats in juni 1923. Carson, overdag huisschilder en ‘s nachts dranksmokkelaar, zong twee liedjes in een gehuurde zolderruimte in Nassau Street, terwijl Peer vol ontzetting luisterde naar de stem van Carson, die hij later beschreef als “godsonmogelijk verschrikkelijk’. Hij was ook geschrokken van de zwakzinnige liedjes die Carson had gezongen.(‘The Little Old Log Cabin in the Lane’, ‘The Old Hen Cackled and The Rooster’s Gonna Grow’). De man uit het noorden kon er niet toe komen om de platen uit te brengen buiten de onmiddellijke omgeving van Atlanta. Binnen een maand waren de vijfhonderd exemplaren die hij gemaakt verkocht. Hij moest er nog vijfhonderd maken. Aan het eind van dat jaar had hij er zoveel van verkocht dat Carson in allerijl naar New York werd gehaald om een contract te ondertekenen. ‘Ik geloof dat ik maar met die dranksmokkel moet stoppen en moet platen gaan maken,’ zei Carson toen.

Daarna ontstond weer het gebruikelijke patroon. De grootste maatschappijen stroopten het zuiden af en pikten elke musicus op die ze konden vinden. Onmiddellijk werden er daarna opnamen gemaakt en aangezien de talentenjagers en technici geen idee hadden van wat ze opnamen—en er trouwens ook niets aan vonden — maakten ze van iedereen een plaat die een banjo of een fiddle kon bespelen.

De gevolgen waren nogal droevig, maar in het zuiden was de verkoop redelijk en dat was voldoende. Meer naar het noorden toe beschouwde men de muziek als nogal stompzinnig en banaal. Er was niet eens een naam voor, tot op zekere dag een strijkorkestje onder leiding van Al Hopkins een opname maakte voor Ralph Peer. De orkestleden uit Carolina en Virginia naar de Okeh-studio’s in New York gekomen in de hoop er fortuin te maken. Toen de sessie voorbij was, vroeg Peer hoe de groep heette. ‘Noem ons maar hoe je wilt, schijnt Hopkins toen gezegd te hebben. ‘We zijn toch maar een stelletje hillbillies — boerenpummels.’ Dus noemde Peer, de nauwkeurige zakenman, ze ‘The Hill Billies’.

Tussen alle rotzooi zaten natuurlijk ook een paar schitterende opnamen. Enkele meer begaafde hillbilly-zangers zongen liever reeds bekende liedjes dan eigen composities. ‘Barba-ra Allen’, ‘Cumberland Gap’ en allerlei Britse balladen verschenen steeds weer op de plaat en werden steeds sentimenteler en vromer vertolkt. Een mislukte zanger van het populaire lied, Vernon Dmhart, maakte duidelijk hoe het verder zou verlopen. Allereerst was zijn naam helemaal niet Vernon Dalhart. Dat waren alleen maar twee plaatsnamen uit zijn geboor-testaat Texas. Hij had voor de Eerste Wereldoorlog onder die naam in New York gezongen als operette-tenor. Zijn echte naam was Marion Try Slaughter. Hij had een aantal platen gemaakt onder nog andere namen.

Aangezien Dalhart uit Texas kwam, kon hij geen enkele aanspraak maken op de benaming hillbilly-zanger, maar hij haalde Victor over nieuwe opnamen te maken van twee oude balladen die eerder op de plaat waren gezet door Henry Whitter. De ene ballade heette ‘The Wreek of the Old 97’ — over een spoorwegongeluk — en de andere was een triest verhaal dat ‘The Prisoner’s Song’ heette en volgens zijn zeggen door zijn neef was geschreven (dat was gelogen) en opnieuw gearrangeerd. In deze ballade kwam de onsterfelijke regel voor: ‘Ik wou dat ik de vleugels van een engel had, dan zou ik over deze gevangenismuur heen kunnen vliegen.’

Er werden ongelooflijk veel platen van verkocht. Victor bereikte een record met deze wasplaat van Dalhart. Binnen twee jaar was hij er zes miljoen van kwijt. Dalhart maakte nu alleen nog maar hillbilly-songs. Aan het eind van de twintiger jaren was Dalhart de bekendste en succesrijkste artiest in zijn genre.

Maar terwijl de echte country-zangers prat gingen op hun plattelandsverleden en zich Hoss-Hair Pullers, Cornshuckers en Tar Heels noemden, zagen beroepsmensen als Dalhart in dat er een fortuin met country music te verdienen viel als je het maar professioneel aanpakte. Dalhart was een poeslieve gladjanus die precies wist wat hij wilde. Net als talloze topartiesten na hem bekeek hij het publiek van een afstand en verdiende er een fortuin aan. Om wat boerser over te komen en de naïeve, godvrezende boerenbevolking geld uit de zak te kloppen zong hij wat ruwer, leerde door zijn neus zingen en kon hij zo erbarmelijk snikken dat het miljoenen mensen door het hart sneed.

Na het succes van ‘The Prisoner’s Song’ moest elk lied wel over een ramp gaan om succes te hebben. Er werd gezongen over treinrampen, ingestorte kolenmijnen, flauwvallende moeders en vermoorde kinderen. En God keek neer op al die ellende en verwees de slachtoffers naar een betere wereld. De markt werd overstroomd met de dood.

Click to listen highlighted text!