blanco

melodie.moonpub.net

de populaire muziek & haar deuntjes uitgelicht

de 1930s swing & jazz in Europa





Het nieuws over Benny Goodmans succes bereikte al gauw de overkant van de Atlantische Oceaan, waar, al jaren voordat Goodman optrad in de Palomar, dansorkesten erg in zwang waren, vooral in Engeland.


De beste daarvan, die van Bert Ambrose, Lew Stone en Jack Hylton, beschouwden zichzelf nogal superieur aan die ‘sweet bands‘ in de Verenigde Staten. Ondanks dat er bij de Europese musici een groot enthousiasme voor de jazz bestond, waren er echter geen echte jazzmusici om de dansorkesten te inspireren.

Bovendien was het onvoorstelbaar dat de chique hotels in Londen of Parijs die zulke orkesten konden betalen ook de horden ongewassen swingfans binnen hun muren wilden hebben. Bert Ambrose ontving eens een verzoek om een liedje te schrijven — geschreven op een briefje van een pond. Hij wees het verzoek botweg af, op een briefje van vijf pond.

Maar al had Europa dan zelf geen swingrage, het droeg wel iets bij tot het swingtijdperk. Aan het eind van de jaren twintig wist Europa al meer van de jazz dan Amerika. De enorme populairiteit van de swingplaten uit Amerika — vaak met zowel zwarte als blanke musici, hoewel dat op het Amerikaanse podium nog ondenkbaar was — had een nieuw soort wetenschap teweeggebracht: de jazzkritiek.

In 1932, enige tijd voordat Krupa een naam gaf aan het orkest van Benny Goodman, had een Belgische jurist en jazzliefhebber, Robert Goffin, een boek geschreven, Aux Frontières du Jazz. Twee jaar later gaf een Fransman, Hugues Panassié, een kritisch werk uit dat met een mengelmoes van Frans en Engels Le Jazz Hot heette. Beiden probeerden een definitie van jazz te geven en de ontwikkeling ervan zo goed mogelijk na te gaan.

Kranten en tijdschriften volgden hun voorbeeld en al gauw kwamen er overal in Europa jazzliefhebbers bijeen in kelders die als Hot Clubs of Rhythm Clubs bekend kwamen te staan.

Daar gaven ze blijk van hun verering van de jazz, gewapend met platen, tijdschriften en vol hartstochtelijke meningen. De echte jazz, zeiden ze, had niets te maken met dat commerciële swing-gedoe. Ze gaven de voorkeur aan jamsessions, waarbij groepen musici urenlang improviseerden op een of ander bekend melodietje, en speelden ‘zoals ze zich voelden‘ en ‘omdat ze er zo’n lol in hadden.




Click to listen highlighted text!