blanco

melodie.moonpub.net

de populaire muziek & haar deuntjes uitgelicht

de blauwe suède schoenen van Carl Perkins

He wrote the songs that made rock immortal–including the all-time classic “Blue Suede Shoes.” Now, in a book that “reads like timeless Southern fiction”, Carl Perkins beautifully tells his story. From a life beset with tragedies–including the suicide of his brother–Perkins emerges as a man made stronger through trial and sustained by his lifelong love affair with music. of photos.




Perkins Brothers Band 1950s






 


Terwijl Memphis in 1955 een zweterig hete zomer meemaakte had Carl Perkins, die het jaar daarvoor een contract had getekend bij het lokale label Sun Records , zijn eerste single uit – een zelfgeschreven country deuntje getiteld “Movie Mag“. Maar Carl (wiens band bestond uit zijn oudere broer Jay op slaggitaar, zijn jongere broer Clayton op akoestische bas en Claytons vriend WS “Fluke” Holland op drums) wist dat hij meer te bieden had.


Carl Perkins was al een tijdje op zoek naar een nieuw geluid en muziekstijl toen hij in 1954 eindelijk iets op de radio hoorde wat enigszins klonk als de muziek die ook hij wenste voor zijn bandje. Het moest allemaal iets harder als de mainstream country en wat rauwer dan de combootjes met hun R&B sound. Dat wat hij op de radio hoorde was een stuwende vertolking van Bill Monroe‘s bluegrass-deuntje Blue Moon of Kentucky“, uitgevoerd door een nieuwe Sun-artiest genaamd Elvis Presley.

Carl had al na een auditie bericht gekregen van het Sun Label dat hij een plaatje mocht maken en dat werd Movie Magg met als b-kantje Turn Around, 1955. Nog helemaal in country stijl, een stijl die Carl wel lag maar naarmate het success van Elvis groter werd kreeg hij jeuk: ook hij wilde meedoen met zijn eigen up-tempo muziek. 

Het probleem echter was dat Sun Records dat niet zo’n goed idee vond. De kans was groot dat hij en Elvis elkaar in de weg zouden gaan zitten en elkaar zouden opheffen op de markt, zo vergelijkbaar waren hun stijlen.  Carl’s 2e single was dus weer een country tranentrekker “Let the Jukebox Keep on Playing“, ondersteund met “Gone Gone Gone“.

Sam Philips (Sun Records) was er van overtuigd dat de Jukebox song een echte country hit zou worden maar tot Carl’s vreugde, de DJs waren meer gecharmeerd van het b-kantje dat wat rauwer klonk en het duurde dan ook niet lang dat Gone Gone Gone de regionale hitlijsten beklom en het favoriete singeltjeversie werd.

 Tegelijkertijd had de muziekstijl van zowel Elvis als Carl Perkins een naam gekregen. De stijl die blues combineert met country en ook met wat bluegrass en honky-tonk versiert ging van hillybilly blues naar hillybilly pop en werd uiteindelijk rockabilly.

Het kwam niet allemaal uit de studio van Sun Records en het was ook niet op magische wijze aan de oppervlakte gekomen zo rond 1954. In 1939 reeds, was het Washboard Sam  die met Big Bill Broonzy op gitaar en Ransom Knowling op bas, een versie van “Diggin’ My Potatoes” uitbracht die al helemaal het geluid had van wat later rockabilly werd genoemd.

Ook een opname voor Decca in 1952, Charlie Adams met zijn “TT Boogie” had een rockabilly-ritme vermengd met elementen van honky-tonk en western swing stijl. In het begin van de jaren ’50 maakten de broers Jumping Bill en Cliff Carlisle, met George Riddle enkele opnames van wat ze zelf  “gekke liedjes” noemde, waaronder “No Help Wanted” (1952, met jazzy gitaarsolo’s van Chet Atkins ) en “Zat You Myrtle” (1953), die dicht genoeg bij het  rockabilly-geluid kwamen dat werd klaargestoomd bij Sun Records.

Lew Chudd‘s Imperial label, dat het prima deed met Fats Domino, had in 1953 al een lange lijst van countryartiesten wiens muziek rockabilly zou kunnen zijn, met Bill Mack’s single ‘Play My Boogie‘ als een vroeg voorbeeld.

Kortom, de muziekstijl rockabilly was op zich niet vernieuwend maar het had een passende naam nodig om door te breken. Niettemin kwam de beste en puurste rockabilly uiteindelijk toch van Sun Records; Elvis, met gitarist Scotty Moore en bassist Bill Black, deed het baanbrekende werk en met “Gone Gone Gone” had Carl eindelijk zijn sound gevonden waar hij het bijna tien jaar mee bezig was geweest om te verfijnen.

 “Ik hoorde altijd iets anders in de muziek en heb mijn hele leven gewerkt om te ontdekken wat het was. Het is de manier waarop het wordt uitgevoerd dat het verschil maakt. En het ritme, de beat, de mix die erin zit. Het is twee of drie soorten muziek samen, dat is wat rockabilly is. En er dwaalt een geest in rond die alles bij elkaar houdt. Vraag me niet wat dat is. Maar je voelt het wel.”

Met de release van “Jukebox” werd Carl geboekt voor een aantal regionale shows als onderdeel van een show waarin ook Elvis en Johnny Cash optraden. Op een keer kwam Cash de kleine kleedkamer ingelopen achter het podium en begroette Carl met een stevige handdruk en een brede, scheve grijns. De twee mannen, nu trouwe vrienden, hadden elkaar al een paar weken niet gezien. Zoals gewoonlijk kwam hun gesprek op songwriting.

Het is momenteel niets om over naar huis te schrijven, John,’ antwoordde Carl met een lachje toen Cash hem vroeg of er al weer wat nieuw was om op te nemen.

Ik had een idee vandaag dat je een lied moet schrijven over blauwe suède schoenen.”

Carl had zulke schoenen al wel gezien in winkels rond Jackson en in Memphis, maar hij zag er geen bijzondere culturele betekenis in. ‘Ik weet niets over die schoenen, John,’ was Carls minachtende reactie.

Waarop Cash een ervaring vertelde die hij bij de luchtmacht had opgedaan. De herinnering van Cash:

“Natuurlijk droegen we onze uniformen toen we voor onze baan bij de luchtmacht werkten, maar toen we een driedaagse pas kregen, kleedde iedereen zich in het luchtmachtblauw en jawel, zwarte schoenen om uit te gaan. 1 van de luchtmacht mensen vroeg mij hoe hij er uit zag want hij wilde er zo goed mogelijk uit wilde zien voor die vrouwen in München. Dus ik bekeek hem van top tot teen en zei: ‘Jij ziet er sharp uit,  je hebt je schoenen goed gepoetst, man.’ En hij zei: ‘Dat zijn vanavond blauwe suède schoenen.’ En ook zei hij: ‘Stap niet op mijn blauwe suède schoenen.’

Carl veegde de suggestie van Cash van tafel. “Nou, ik heb nog nooit zo’n paar gehad, dus ik weet niets van die schoenen.” En daarmee leek het idee afgedaan.

Totdat Carl tijdens de pauze van een optreden de woordenwisseling van een jong stel kon horen dicht bij het podium. Ze bleken een beetje ruzie te hebben en de jongeman begon het meisje verwijten te maken voor de misdaad van het op zijn schoenen stappen – wie weet tijdens het dansen – met de woorden: “Stap niet op mijn suède!”

De ontmoeting bleef in Carl’s hoofd hangen lang nadat de feestelijke nacht om 1 uur ‘s nachts was geëindigd. Terug thuis bleef hij maar woelen en draaien in bed – de energie van het publiek terwijl de muziek intensiveerde, de onderdompeling van het paar in alle opwinding die de band opriep, de geplooide jurk van het meisje dat golfde op haar ronddraaien tijdens het dansen, een mooi paar jonge benen in beweging, en altijd, altijd, was daar weer die vermaning: “stap niet op mijn suède!

In een oogwenk wist Carl dat het “een nummer dat zichzelf schreef” zou worden. Hij kroop uit bed, sloop de koude, betonnen trap van het appartement af naar de woonkamer, pakte zijn Gibson Les Paul, zonder versterker, tokkelde een A-akkoord en neuriede een melodie die hij in zijn hoofd had gehoord. Toen kwam er een tekst, gebaseerd op een kinderliedje:

It is 1 for the money

Hij sloeg een tweede akkoord aan en pauzeerde.

2 for the show

Nog wat gepingel en een volgend akkoord

Three to get ready…

Now Go cat, go!

Hij haastte zich naar de keuken, maakte een papieren zak met Ierse aardappelen leeg, griste een potlood van het aanrecht en begon te schrijven zo snel als de tekst in zijn hoofd vorm kreeg.

But don’step on my blue suede shoes

Een ook een volgend vers suggereerde zichzelf:

Now you can knock me down, step on my face

Wat nu? “Mijn naam te schande maken”? Nee… er moest een beter woord voor zijn. “Laster”!

Slander my name all over the place

En weer terug naar het belangrijkste gegeven:

Do anything you want to do
Maar uh-uh, honey, lay off my blue suede shoes

Ook het  derde vers kwam gemakkelijk:

You can burn my house
Steal my car
Drink my liqour
From an old fruitjar
Do anything you want to do 

But uh-uh, honey, lay off of my blue suede shoes

Carl kon al meteen ook het arrangement horen, met name Clayton’s slaande baslijn die het boogie-gevoel zou voortstuwen. Hij speelde met een paar gitaarpauzes tussen de coupletten, en bleef het nummer steeds opnieuw spelen en herhalen, verschillende tekstcombinaties uitproberend, solo’s uitwerkend. Toen de zon opkwam, viel hij eindelijk in slaap. Toen hij later wakker werd, was zijn vrouw Valda in de keuken het ontbijt aan het klaarmaken. Carl kleedde zich aan, kwam nonchalant naar beneden, pakte zijn gitaar en begon het voltooide deuntje te spelen.

Vanuit de keuken riep Valda op. “Carl, dat vind ik leuk! Ik vind dat een erg leuk liedje!

Nou, als je het nu al leuk vindt,’ antwoordde Carl, ‘wacht maar totdat je het hoort als Jay, Clayton en WS meedoen. Als we het voor elkaar krijgen zoals ik het hoor…‘ Diep van binnen wist hij dat het lied, waarvan hij de titel op de papieren zak had gekrabbeld als “Don’t Step on My Blue Suede Shoes” (Valda moest zijn spelfout van “swade” corrigeren in “suede”), grote klasse was, een die de band naar het volgende plateau zou kunnen stuwen, misschien om ze voorgoed uit de honky-tonks te krijgen.

“Is dat zoiets als ‘O, Dem Golden Slippers‘?” vroeg Sam, verwijzend naar het lied dat in 1879 werd geschreven door de Afro-Amerikaanse componist James Bland, gebaseerd op een eerder spiritueel nummer, ‘Golden Slippers‘, dat in 1878 deel was gaan uitmaken van het repertoire van Fisk Jubilee Singers. Bland’s versie was misschien wel het meest bekende nummer over ‘schoenen‘ tot de tijd dat ‘Blue Suede Shoes‘ opkwam.

Nee,’ antwoordde Carl, geïrriteerd door Sams schroom. ‘Deze kat wil niet dat niemand op zijn schoenen stapt. Het gaat als volgt’ – Carl zong de opening en het eerste couplet.

Klinkt goed,’ antwoordde Sam droog. “Maar de titel is te lang; we noemen het gewoon ‘ Blauwe Suède Schoenen‘.

Tijdens het optreden dat weekend speelde de Perkins Brothers Band  ‘Blue Suede Shoes‘ vele malen en de response overtuigde Carl er van dat hij een hit in handen had. Hij kon alleen maar denken aan de Sun-studio binnengaan en “Blue Suede Shoes” opnemen. Dit was zijn moment.

Maar helaas voor Carl ging het allemaal niet zo snel. De opname werd gepland voor 19 december. Thanksgiving en Kerstmis doemde op en er was geen geld. Erger: Carl’s financiën hadden een een dieptepunt bereikt. Lang geleden had hij gezworen dat hij zijn kinderen de kerst zou geven die de armoede hem in zijn jeugd ontzegd had, maar het zag er naar uit dat de feestdagen nogal grimmig zouden gaan worden, zonder geld. Toen hij Sam vroeg of er wat geld over was van zijn opnames hoorde Carl dat hij in feite geld schuldig was aan Sun Records voor zijn opnamekosten.

Ten einde raad keerde Carl terug naar de enige plek waar hij wist dat hij werk voor een paar dagen kon inhuren, zijn loon in ontvangst nemen en weer weglopen – een katoenveld aan de rand van Jackson. Hij werd herkend door enkele van de andere arbeiders, die niet helemaal konden geloven dat Carl Perkins een van hen was. Carl verdiende $ 15 per dag voor zijn inspanningen.

Ik werkte op die bevroren grond en mijn handen bloedden”, Ik zong hier al jaren in de honkytonks; iedereen hier had Carl Perkins gezien. Elke discjockey hier speelde ‘Turn Around’ en Gone Gone Gone. Ik had 2 platen uit toen ik voor Kerstmis 1955 katoen trok. Wat betreft de katoenplukkers was ik een grote kanshebber, een belofte. Maar ik heb katoen getrokken voor de kerst van mijn kinderen.”

Eindelijk, 19 december arriveerde, en Sam Philips sprak de woorden waar Carl op had gewacht: “Do me that ‘Shoes’ song.”

De eerste take was aarzelend, stijf. Carl veranderde zijn oorspronkelijke tekst van “go, man, go” in “go, boy, go” en voegde eraan toe “I don’t care, baby, just what you do” voordat hij zong, “maar uh-uh, schat, lay offa my shoes.” Zijn eerste gitaarsolo was tam en slordig, sneed het niet; maar gaandeweg vond hij het vuur.

Op Take 2 veranderde Carl de tekst opnieuw; in plaats van “go, man, go” of “go, boy, go“, schreeuwde hij “go, cat, go!” en elimineerde de overbodige woorden aan het einde van het eerste couplet. Een vurige solo volgde, met Carl, geinspireerd nu die uitriep: “Aaaah, let’s go cat!” Bij de tweede solo werd het let’s rock! er aan toegevoegd.

Een derde take werd gedaan maar bij afluisteren was duidelijk te horen dat Take 2 het meest geinspireerd klonk.

“Ik had het gevoel dat ik het beste rockabilly-nummer had dat ik ooit had geschreven”, zei hij. “Ik vond het begin leuk en de manier waarop ik het zong: ‘Blauwe, blauwe, blauwe suède schoenen, mm-hmmm, blauwe, blauwe, blauwe suède schoenen.’ Dat was jive, dat zou ze los schudden, maakte ze klaar om het opnieuw te spelen. Ik voelde me echt goed toen het werd afgespeeld via die goedkope luidsprekers bij Sun. Ik had een tinteling die er nog nooit was geweest. Ik keek naar Jay en Clayton en WS met, ik weet het, een andere blik. Ik moest. Dat was het moment waar ik mijn hele leven naar had gezocht. We verlieten de studio. We hebben het er de hele weg naar huis over gehad. Jay zei: ‘Die zou het misschien kunnen gaan doen. Je hebt misschien iets geflikt dat het wel eens kon gaan maken, Carl.’”

“Ik ging in heel diep met de gitaar bij de tweede solo”, herinnert Carl zich. “Ver boven mijn pet. Ik wist, hier is mijn kans. Dit is mijn liedje. Haal er uit wat je nooit eerder hebt gekregen. En ik deed het. Ik had nog nooit gespeeld wat ik die dag in de studio speelde. Nooit. Ik weet zeker dat God toen zei: ‘Ik heb het voor je achtergehouden, maar dit is het. Pak het!’ Ik voelde dat er van alles in me omging en ik betrad een gloednieuw terrein. Ik was zo zenuwachtig toen het voorbij was. Toen Sam het afspeelde, voelde ik mijn vingers tintelen. De gitaar stond naast me tegen een stoel en ik keek er naar en dacht: ‘Ik dank je, gitaar, voor wat je voor me hebt gedaan. Dank je wel, jongen. We hebben mekaar gevonden.’ Oh boy, ik wist het zo zeker.” ‘

Uitgebracht op 1 januari 1956, was “Blue Suede Shoes” onmiddellijke kampioen op de radio overal. De overweldigende respons van de luisteraars vertaalde zich in de verkoopcijfers en voordat de maand om was, ontving Sun Records een ​​verzoek van een Cleveland-distributeur voor nog eens 25.000 exemplaren.

Dat was nog maar het begin. Ook nationaal ontstond er de vraag naar “die schoenen“. Betere boekingen tegen een hoger tarief waren een onmiddellijk gevolg van de populariteit van de single. In maart kwam “Blue Suede Shoes” binnen in de Billboard Hot 100-hitlijst, net als Elvis’ eerste RCA-single, “Heartbreak Hotel“, en een week later werd Carl de eerste country artiest die op de nationale R&B-hitlijst verscheen.

Op lokale en regionale hitlijsten door het hele land verwisselden ‘Blue Suede Shoes‘ en ‘Heartbreak Hotel‘ de nummer één plek. Carl stond, zoals hij zei, “teen-tot-teen met die mooie Elvis.” In maart rapporteerde Sam een ​​verkoop van een half miljoen singles.

Ook  in maart introduceerde Elvis het nummer aan een nationaal televisiepubliek toen hij het uitvoerde op The Dorsey Brothers Stage Show in New York en het tevens op zijn RCA-debuutalbum opnam. Tegen het einde van maart bereikte “Blue Suede Shoes” een ongekende hattrick en bereikte het de nummer één in de meeste regionale hitlijsten – pop, R&B en country – in het hele land behield “Heartbreak Hotel” nog steeds de nummer één op de Billboard-poplijst, maar “Blue Suede Shoes” bracht vier weken door op nummer twee voordat het aan een langzame afdaling begon. Half april had “Shoes” al de grens van 1 miljoen exemplaren verkocht, de gouden recordstatus. .

Helaas was maart naast de beste tijd ook de slechtste tijd voor Carl en zijn band. Hun auto kwam in botsing met een vrachtwagen. Verbazingwekkend genoeg liepen Clayton en WS slechts lichte verwondingen op, maar Jay’s nek was gebroken en Carls verwondingen omvatten een gebroken sleutelbeen, een ernstige hersenschudding en snijwonden over zijn hele lichaam. Na twee dagen bewusteloos en bijna twee weken in het ziekenhuis, herstelde hij, maar zijn carrière momentum was verstoord op Route 13 in Delaware.

Hoewel hij enkele van zijn beste Sun-platen maakte in de jaren na het ongeluk – waaronder de klassieker “Dixie Fried ” en nummers die de Beatles in het volgende decennium zouden coveren – zouden zijn enige nationale hits als songwriter niet zoveel zijn, “Daddy Sang Bass ” voor Johnny Cash in 1968 en “Let Me Tell You About Love” voor The Judds.

Maar zijn plaats in de rock-‘n-rollgeschiedenis was al gegarandeerd als de architect van de rock-‘n-rollgitaar en songwriter wiens verhalen in wezen sociologische verhandelingen waren, ontleend aan de culturele omgeving van de arme blanke zuiderling maar relevant voor alle rassen die zich op de lagere sporten van de samenleving bevinden.

Rond de tijd dat “Blue Suede Shoes” in 1956 in de hitlijsten stond overal, begon een jonge aspirant-muzikant in Hibbing, Minnesota, in het openbaar te spelen met een rock-‘n-rollbandje en Carl’s nummer “Matchbox ” – later gecoverd door The Beatles – was een van nummers op het repertoire. Deze jonge rocker kreeg nog meer zin om voor een muziekcarriere te gaan toen hij een Perkins Brothers Band in concert ging zien, na het auto-ongeluk, Carl bijgestaan ​​door een bassist en een drummer. Deze jongeman Robert Zimmerman, beter bekend nu als Bob Dylan vertelde ooit wat de muziek van Carl Perkins voor hem heeft betekend in zijn beginjaren.

“Hij stond echt voor vrijheid”, zei Dylan. “Dat hele geluid, het zou gewoon van die draaitafel willen springen; live, het zou zo’n dreun in je buik veroorzaken, weet je. Alles – de teksten en het geluid van de instrumenten. Waar ik vandaan kom, ken niet veel mensen die ernaar luisterden; Ik denk dat ikzelf en een paar van mijn vrienden zeker in de minderheid waren. Maar daardoor voelden we ons net als zwervers, dat er zeker een zon was en een maan en dat er hemelse elementen in het leven waren die alleen tot uiting kwamen bij een kleine groep mensen, zoals Carl. Ik denk dat je ze bijna op één hand kunt tellen. Het was alles. Het was bijna als een ander feest in de kamer. Het kwam ergens vandaan waar wij ook heen wilden; we wilden gaan waar dat gebeurde. “

Go, cat, go! Een klassieker onder de klassiekers: “Blauwe suède schoenen”




Click to listen highlighted text!