blanco

melodie.moonpub.net

de populaire muziek & haar deuntjes uitgelicht

de wereld door een roze bril





De kloof tussen de Europese kunst en de Amerikaanse volksmuziek werd het best gedicht door Oscar Hammerstein, kleinzoon van de theaterdirecteur, en Jerome Kern.


Geschoold in de Europese klassieke muziek, had Kern in zijn songs altijd bewust gebruik gemaakt van typisch Amerikaanse klanken zoals die in de folksongs, ragtime, jazz en music hall te horen waren. En Hammerstein was de eerste schrijver die begreep dat de intrige en dialoog vertaald moesten worden in een begrijpelijke taal die iedereen kon en wou begrijpen.

Stephen Sondheim, een protégé van Hammerstein, zegt: ‘Door zijn werk dachten de mensen dat hij een naïve boerenkinkel was die alleen maar in gemeenplaatsen kon denken. Maar het was een hoogst intelligente, wijsgerige, resolute man met duidelijke meningen. Dat is precies wat in zijn muziek niet tot uiting kwam.’ Hammerstein werd verteerd door zijn pogingen iets te vinden tussen de operette en de revue in, tussen de opera en het variété. Misschien lag daar iets tussenin, iets typisch Amerikaans, en niet-Europees, met een duidelijke samenhang en richting, iets anders dan zomaar een verzameling liedjes.

Showboat, dat in 1927 in première ging, was naar de vorm een operette, maar in plaats van prinsen, graven en vermomde minnaars stonden er herkenbare mensen op het toneel, in alledaagse situaties. De techniek was dezelfde als die van Friml, Lehar en Romberg, maar de aan-, pak nieuw. Van de burleske had het de volkstaal overgenomen en van de revue de muziek.

De producer was Florenz Ziegfeld. Het verhaal, naar een boek van Edna Ferber, was nogal opmerkelijk. Het ging over het zuiden en de onderdrukking van de zwarten en behandelde het probleem op een intelligente, menselijke wijze. Het was ook geestig en charmant, en bevatte een serie prachtige liederen. Showboat had een enorm succes.

     Rogers & Hammerstein

Toch bleven de theaters in New York een sprankelende liedjesmarkt waarop Tin Pan Alley de waren met gemak verkocht. Elke componist deed zijn best een lied te slijten in het steeds groeiende aantal theaters langs Broadway.

De omzet nam met sprongen toe. Een investering in een show kon binnen een paar weken heel wat opbrengen. Als een show een half jaar draaide was het een fenomenaal succes.

Een show die op Broadway een jaar lang draaide was haast te mooi om waar te zijn. Rodgers en Hammerstein maakten twee shows per jaar, evenals Kern. Als een nummer in een show niet insloeg, haalden de producers het er eenvoudigweg uit en bewaarden ze het voor de volgende show.

Zelfs tijdens de crisisjaren bekeken de meeste componisten en songwriters de wereld door een roze bril—wat ze meestal uitlegden met het smoesje dat een mens ook wel eens wilde lachen. Sommigen, zoals Cole Porter, raakten zo verstrikt in een warnet van alledaagsheid dat de enige manier om daaraan te ontsnappen leek te zijn om commercieel, zo niet artistiek zelfmoord te plegen. Porter was rijk, geestig en wellevend. Zoals Robert Kimball zegt, waren zijn teksten even verfrissend als de eerste cocktail na de drooglegging.’

Hij bedacht zijn eigen fantasiewereldje en drong het aan de klanten op. Liefde is oprecht, ‘het mooiste, het schoonste, het beste’. Soms is ze ook pijnlijk, vluchtig, tragisch. Maar Porter bereikte nooit de hoogte van Lorenz Hart met zijn bijtende eenvoud. Hij was een geniale dwaas. Zijn liedjes kwetsten niemand — daar waren ze veel te opzichtig voor, net als de zijden kleren die hij altijd droeg.

Hij begreep ook niet welke mogelijkheden er allemaal scholen in de musical en dat die groter opgezet moest worden. Zijn shows waren aan het eind van zijn leven nog precies gelijk aan die van het begin: zomaar een verzameling liedjes. Dat doet geen afbreuk aan hun wonderlijke schoonheid, maar evenmin als Berlin heeft hij ooit iets bijgedragen tot de ontwikkeling van de musical, terwijl haar voortbestaan daarvan juist afhing.

Misschien is hij ook niet in staat geweest tot een dergelijke bijdrage. Hij bleef een songwriter die liedjes voor het theater schreef. Zijn Engelse tegenhanger, Noël Coward, heeft wél pogingen gedaan de kloof te dichten tussen de operette en de musical. Coward was in principe toneelschrijver en zag in dat het noodzakelijk was verband te leggen tussen enerzijds de liedjes en anderzijds de intrige. Maar ook hij werd door zijn vernuft verraden, door het deftige wereldje dat hij zelf geschapen had. Hij werd uiteindelijk door de tijd ingehaald en gepasseerd.




Click to listen highlighted text!