blanco

melodie.moonpub.net

de populaire muziek & haar deuntjes uitgelicht

het buurtbandje, de Silver Beatles

Youtube Playlist Silver Beatles



De Silver Beatles in de oefenruimte






Het was heel eenvoudig begonnen, in Liverpool. Zoals veel havensteden was ook Liverpool een muzikale stad. De muziek werd aangevoerd door de zeelui naar de music halls en andere tenten waar ze vermaak zochten.


‘Mijn vader zorgde voor de belichting in de music halls,’ vertelde Paul McCartney me. ‘Hij brandde nog echt stukjes carbid voor de toneellichten. Hij bracht ook altijd de programma’s van de eerste voorstelling mee naar huis zodat mijn tante Millie ze op tijd kon opstrijken en hij ze bij de tweede voorstelling weer kon verkopen. De dag daarop speelde hij dan op de piano alle wijsjes die hij in de theaters gehoord had. Het was muziek van overal vandaan.

In Liverpool hadden we al van Chuck Berry en Big Bill Broonzy en de andere blues- en rock ‘n’ rollgitaristen gehoord voordat ze algemeen bekend waren in Amerika. Liverpool werd ook de hoofdstad van Ierland genoemd, omdat er zoveel Ieren woonden. En dan had je de liedjes uit de Broadway-shows die de zeelui zo graag wilden horen. Voeg dat allemaal bij elkaar en je hebt alle invloeden die ik heb ondergaan: van Fred Astaire tot Little Richard. Het zijn er heel wat.

Hoewel de Engelse arbeiders aan het eind van de vijftiger jaren financieel meer zekerheid hadden dan hun Amerikaanse lotgenoten, leefden ze in dezelfde omstandigheden en werden ze evenzeer onderdrukt. Binnen het getto — of dat nou een negergetto in Amerika was of een arbeidersbuurt in Engeland — bestonden maar drie ontsnappingsmogelijkheden: de sport, het leger en de muziek.

Het Engelse communistische dagblad The Daily Worker zou de sound die de Beatles had geïnspireerd als volgt omschrijven: ‘De stem van 80.000 krotten en 30.000 steuntrekkers.’ In feite was alleen Ringo uit een arbeidersmilieu. De anderen kwamen uit de middenklasse.

Toch zegt Allan Williams, die de Beatles in Liverpool ontdekt heeft:

‘In welke straat van Liverpool-zuid je ook kwam, in welke arbeidersbuurt ook, er was altijd wel een stel jongens ergens in een kelder aan het oefenen of iemand op straat gek aan ‘t maken. Het was meestal een soort Engelse skiffle of een Amerikaanse wasborden-blues. Die jóngens hadden een uitlaat voor hun geweld gevonden. Inplaats van mensen dood te trappen begonnen ze op een drum te slaan.’

Van de vroege Beatles — afwisselend genoemd the Quarrymen, Wump and the Werbles, the Rainbows, John and the Moondogs, en the Silver Beatles — herinnert Williams zich:

‘Het was gajes. Er waren moeilijkheden over meubels die ze opgestookt hadden omdat ze zo arm waren. Ik denk dat ze daarom ook geen studiebeurs meer voor de kunstacademie, konden krijgen. We verkochten sandwiches met jam ertussen, en als we ze met geroosterd brood maakten, rekenden we ze een penny extra voor de jam. Als ze nou ergens gingen optreden, moesten ze de chauffeur betalen die ze wegbracht en dan hadden ze altijd geweldige ruzie of die jam op de toost er wel afkon. Ik stuurde ze een keer naar Schotland. De plaatselijke promotor bekeek ze en belde me toen op. “Wat heb je me nu op m’n dak gestuurd?” zei hij. Ze hadden altijd van die Amerikaanse baseballschoenen aan, met zwarte broeken en afzichtelijke lelijke, zwarte truien. En hun versterkers waren net kleine zwarte koffertjes.’

In het begin bestonden de Beatles uit John Lennon en Stuart Sutcliffe, zijn vriend van de kunstacademie, hun vriend Paul McCartney en diens vriend George Harrison, plus verschillende drummers. ‘We begonnen met imitaties van Elvis, Buddie Holly, Chuck Berry, Carl Perkins, Gene Vincent (die ze later uitnodigden naar de Cavern te komen, een club in Liverpool waar ze optraden), the Coasters, the Drifters — we deden ze gewoon na,’ zegt McCartney.

‘John en ik spijbelden vaak van de academie en gingen naar zijn of mijn kamer, waar we probeerden net zulke songs te schrijven als zij. We zetten dan een plaat van Buddy Holly op, en als we die dan een paar keer beluisterd hadden, pakten we onze gitaar en probeerden we net zoiets te maken. We imiteerden natuurlijk allemaal Amerikanen, want er was geen enkele goede Engelsman. Die is er trouwens nog steeds niet. Ik hoor veel liever een Amerikaanse negergroep een van onze songs zingen dan onszelf omdat ze ‘t veel beter doen”.

Als groep speelden ze altijd als gekken en soms ontstonden daarbij daverende gevechten. ‘Het liep in ons eerste jaar echt uit de hand, voegde McCartney eraan toe. ‘Dan stonden er zo’n honderd jongens van de ene bende en honderd van de andere tegenover elkaar op de dansvloer. Als een jongen van de ene bende een meisje van de andere ten dans vroeg, ging de beuk erin. Krankzinnig. Het werd minder toen er meer publiek kwam. De mensen klagen er tegenwoordig over dat de groepen het publiek ophitsen — maar hey, dat is altijd al zo geweest.’




Click to listen highlighted text!