Page 41 - Moonpub Magazine Nbr. 1
P. 41
Dit thema kan men beschouwen als het prototype van een klassiek hoofdthema.
Het vormt een afgeronde muzikale gedachte, maar men heeft toch duideliik het
gevoel, dat de componist met dit thema nog niet uitgepraat is. Er schuilen krachten
in, die een sterke behoefte bezitten om straks pader tot ontplooiing te komen
(hetgeen in de doorwerking, ja zelfs nog daarvóór en daarna geschieden zal), maar
ook binnen het thema zelf heeft reeds zulk een krachtsontplooiing plaats.
Men lette op het eerste motief (a), waarvan het scherpgetekende ritmische figuurtje
nog achtmaal binnen het verloop van het hoofdthema herhaald wordt. In dit
motiefje ligt de ritmische energie opgesloten, welke aan het thema zulk een
voortvarend karakter verleent.
Wanneer men motief a het ritmisch motief noemt, zou men motief b (maat 4—5)
als het melodisch motief kunnen aanduiden. De gemeenschappelijke tertsfiguur
legt verband tussen beide motieven, doch terwijl motief a kort, beslist en zelfs
driftig van aard is, bezit motief b een zekere gelijkmatigheid: de energie van motief
a stroomt er als het ware in uit.