Page 37 - Moonpub Magazine Nbr. 1
P. 37

in rhythmisch opzicht geheel gelijk is aan het aanvangsmotief van het hoofdthema

                                 der Eerste Symfonie:
















                                 Wanneer  men  dit  onvoltooide  Vioolconcert  aandachtig  doorleest,  merkt  men

                                 talrijke  eigenschappen  op,  o.m.  wat  betreft  toonaard,  tempo-aanduiding,

                                 thematische  uitwerking  van  het  hoofdmotief,  syncopische  figuren,  welke  men


                                 later in de Eerste Symfonie terugvindt. Het feit dat de twintigjarige Beethoven de

                                 arbeid aan dit Vioolconcert halverwege de doorwerking van het eerste deel staakte,

                                 wijst er misschien op, dat hij toentertijd nog de vormgevende aandrift miste, om

                                 deze  veelbelovende  opzet  tot  een  goed  einde  te  brengen.  De  hoofdgedachten

                                 hebben hem echter niet losgelaten!




                                 Enkele jaren later komen zij, na intussen enige wijzigingen te hebben ondergaan,

                                 in het eerste deel van de Symfonie in C terug, en dan ervaart men, hoezeer de

                                 componist gedurende deze jaren gerijpt is: in de plaats van de hoekigheid van het


                                 in de steek gelaten Vioolconcert treedt een grote buigzaamheid van uitdrukking,

                                 en de moeizaamheid waarmede het Vioolconcert werd "samengesteld", zonder

                                 dat de gedachten de gewenste vlucht wilden nemen, is thans vervangen door die

                                 innerlijke zekerheid en prachtige beslistheid, welke reeds de meesterhand verraden.




                                 De  Eerste  Symfonie  van  Beethoven  is  geen  revolutionair  werk.  De  componist

                                 streeft geen opzettelijke oorspronkelijkheid na, noch tracht hij een omwenteling

                                 op het gebied der symfonie teweeg te brengen. De lijn der traditie is in dit werk

                                 zodanig voor iedereen zichtbaar doorgetrokken, dat men deze Symfonie wel eens

                                 een "zelfstandige nabootsing" voor soortgelijke werken van Haydn of Mozart heeft

                                 genoemd. Hoe aardig deze paradox ook gevonden is, toch is zij verre van juist,


                                 want welk een geestelijke en technische verwantschap er ook bestaat tussen de

                                 jongen Beethoven en zijn grote voorgangers op het gebied der symfonie, toch is

                                 er van blote nabootsing in dit werk geen sprake. De invloeden waaraan Beethoven

                                 onderhevig was terwijl hij deze symfonie componeerde, zowel bij het concept als

                                 bij de uitwerking daarvan, zijn zonder meer duidelijk. Doch het verschijnsel der

                                 invloeden is bij de beoordeeling van jeugdwerken altijd een netelige kwestie!
   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42