Page 41 - PanoramaDerMuziek
P. 41
Pierre de la Rue is vooral beroemd door zijn Requiem, dat uit pure droefheid in
onzingbare lage tonen is geschreven. Trouwens hij heeft een voorliefde voor de diepte,
zoals ook blijkt uit zijn Missa 1’homme armé. Zou hij in zijn koor misschien zulke
exceptioneel diepe bassen (tot g contra) gehad hebben? Ze komen voor.
Josquin en Isaac hebben, zoals gezegd, ook in Italië
gewerkt. Dat is altijd van belang, want in het vaderland
der Renaissance verwierven de kunstenaars gevoel
voor schone verhoudingen, voor verzadigde, volle
klank, voor harmonische effecten - het samentreden
van alle stemmen tot accoorden, z.g. homophonie -
en voor verband tussen tekst en muziek, vooral voor
goede declamatie. Toch was Italië zelf niet rijk aan
grote componisten: het was meer de smaak der hoge
en hoogbeschaafde muziekminnaars, die stimulerend
gewerkt heeft op de Nederlandse componisten, die
daar werkten. Italiaanse componisten beperkten zich
tot eenvoudig gezette lauden (geestelijke lofzangen) of frivole liedjes, z.g. Frottole.
De Franse componisten uit die tijd (ca. 1500-1530) blonken vooral uit in weinig preutse
chansons. De grootste onder hen was wel Clement Janequin of Jannequin (ca.
1485-1560), die zeer omvangrijke toonschilderingen voor koor componeerde over de
slag bij Marignan, het beleg van Boulogne, de inname van Boulogne, de Hazenjacht,
het gebabbel der vrouwen enz., met een voorliefde voor geluidnabootsende woorden.
Ook kleinere, heel ondeugende, maar muzikaal bevallige chansons schreef hij,
merendeels vóór 1530.
Meesters van kerkelijke muziek waren o.a. de gebroeders Antoine en Robert de
Févin, Carpentras en Mouton.
In Duitsland wordt de Hervorming een sterke stimulans voor de muziek. Luther zelf
dichtte en componeerde eenstemmige geestelijke liederen. Anderen dichtten op
Gregoriaanse melodieën, volks- en kunstliederen
nieuwe teksten, ook oude geestelijke
volksliederen werden als koralen opgenomen.
Luthers vriend Johann Walter zette deze eerste
koralen der Lutherse kerk meerstemmig en schiep
zo het koraalmotet. Ook op het orgel werden ze
bewerkt als koraalvoorspel. Een groot
orgelmeester werkte aan hét hof van Keizer
Maximiliaan: Paul Hofhaimer (1449- 1537), die
ook een meester van het meerstemmige Duitse
lied was, evenals Heinrich Finck (1445-1527),
die aan het Poolse hof werkzaam was.