Page 43 - PanoramaDerMuziek
P. 43

Lasso en Palestrina, Romeinse en Venetiaanse school



                                              De cosmopoliet Lasso, eigenlijk Roland de Lassus,
                                              geboren te Bergen in Henegouwen 1532, overleden
                                              te Miinchen 1594, studeerde in Italië, werkte te Napels
                                              en Rome, Antwerpen en Miinchen. Hij is de
                                              veelzijdigste en de menselijk aangrijpendste meester
                                              van zijn tijd, bovendien een der vruchtbaarste van alle
                                              tijden.



                                                   Zijn grootste tijdgenoot is Giovanni Pierluigi da
                                                Palestrina, geboren in Palestrina 1525, overleden te
                                                        Rome 1594. Niemand heeft mooier voor koor
                                                 geschreven dan hij, zijn
            muziek geldt als het ideaal van kerkmuziek: goed ver-
         staanbare tekst, afwezigheid van wereldlijke elementen,
                    seraphijnse sfeer, ideale schoonheid van klank,
           gespeend van alle subjectieve gevoelsuiting, maar van
                      objectieve, onaantastbare reinheid van geest.



        Beide meesters, Palestrina en Lasso, die zich uitsluitend
        van het a cappella-koor bedienden, vormen een tegen-
        stelling en vullen elkaar aan. Terwijl Palestrina niet meer
        van de wereld leerde kennen dan dc naaste omgeving
        van  Rome,  bereisde  Lasso,  die  sedert  1556  in  Miinchen  gevestigd  was,  de  gehele
        toenmalige  beschaafde  wereld.  Zijn  belangstelling  ging  in  gelijke  mate  naar  de
        wereldlijke  muziek  als  naar  de  geestelijke  en  er  is  geen  vocale  vorm  die  hij  niet
        beoefend heeft: de speelse, vaak parodistische villanella zo goed als het gevoelvolle
        madrigaal, Duitse meerstemmige liederen zo goed als Franse chansons, missen en
        motetten. Palestrina daarentegen heeft behalve een klein aantal madrigalen slechts
        motetten en missen gecomponeerd.



        De intenslevende, veelzijdige, nerveuze Lasso is het grootst daar waar hij menselijke
        emoties in duizend schakeringen uitbeelden kan, dus in het motet, dat zowel boete-
        als jubelpsalmen, klaagzangen van Jeremia en kerstvreugde, bijbelse tragiek en extase
        van martelaren, Marialyriek, oudtestamentische epiek en dramatiek omvatten kan. De
        mystieke, in zichzelf gekeerde Palestrina daarentegen vindt onuitputtelijke inspiratie
        in  altijd  dezelfde  eeuwige  geloofswaarheden,  aanbidding  en  verheerlijking  van  de
        mistekst.  Lasso’s  meest  vermaarde  werk  is  de  cyclus  zijner  boetepsalmen,  onder
        Palestrina’s werken verduistert de roem der Missa Papae Marcelli niet geheel terecht

        de glorie der 90 anderen.


        Palestrina werkte te Rome en geldt als hoofd van de z.g. Romeinse school. In Rome
        werkten iets vroeger ook de Spanjaarden Escobedo, Morales en ten tijde van Palestrina
        Ludovico da Victoria (Vittoria).
   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48