Page 22 - Handboek Muziek Geschiedenis
P. 22
ingelegd en door symbolische figuren of door hoofden van góden,
godinnen, sfinxen en dieren versierd.
Den ouderdom van den eenen of anderen vorm der harp mag men
afleiden uit de hou-
ding, die de harpe-
naars bij het bespelen
van hun instrument
op de monumenten
en muurschilderingen
aannemen. In den tijd
van het „oude ” rijk
zijn zij knielend, in
dien van het „nieuwe ”
daarentegen staande
afgebeeld. Dit geldt
echter alleen van de
groote, staande harp ;
de kleine, over den
schouder gedragen, of
in de hand gehouden
harp werd zoowel in
den ouden als in den
lateren tijd staande en
knielende bespeeld.
Toen Egypte onder
vreemde heerschappij
kwam en de inheem -
sche tempelmuziek in
verval geraakte, was het ook met den roem van de harp gedaan. Zij
verloor langzamerhand haar sierlijke gedaante, verkreeg weder den
ouden boogvorm en ging uit de handen van koningen en priesters,
die haar in de dagen harer heerlijkheid bespeeld hadden, in die van
het volk over. Merkwaardiger wijze ziet men op de afbeeldingen uit
die laatste periode bijna uitsluitend vrouwen de harp bespelen.