Page 23 - HetLaatsteOordeel
P. 23

HOOFDSTUK 6




        De dagen na Gustav's dood passeerden alsof er niets bijzonders gebeurd was.
        Zodra hij wakker werd, ging Olav er op uit om vele uren later weer terug te keren

        met zijn vangst. Wel moest hij zonder de hulp van zijn maat nu ook voor zichzelf
        het eten klaarmaken, de hut opwarmen, de honden hun voedsel geven en allerlei

        andere zaken die ook moesten gebeuren, om niet zelf ten prooi te vallen aan het
        moordend, ijzige klimaat van het poolcirkelgebied in hartje winter. Hij wist dat

        zonder de juiste voorzorg en noodzakelijke maatregelen zijn dagen niet meer dan
        de tien vingers van zijn hand zouden tellen. Maar ook was hij zich er van bewust

        dat het ergste nog moest komen: de eenzaamheid.


           Hij was eerder alleen geweest op Groenland. Ambitieus als hij was, dacht hij de

        eerste overwinteringen het wel zonder een metgezel te kunnen klaren en zo de
        volledige opbrengst voor zichzelf te hebben. Hij was hem dan wel gelukt de lange

        donkere  maanden  door  te  komen  maar  ontdekte  toen  ook  dat  het  totale
        isolement ver weg van de bewoonde wereld je gemakkelijk het hoofd kan doen

        verliezen.  Het  landschap  neemt  je  gevangen  en  begint  haar  martelingen:  de
        vrieskou dringt niet alleen door in je kleren, het lijkt ook het bloed te stollen, de

        eentonigheid  van  de  omgeving  maar  ook  van  het  geluid  buiten  dat,  met
        uitzondering van de sneeuwstormen en zo nu en dan het blaffen van de honden,
        grotendeels toch zonder enig teken van leven is. Je gedachten stoppen, het laatste

        waarvan je dacht dat het zelfs bij de meest uitzichtloze situatie als de stem van
        de laatste hoop op leven nog steeds van zich zou laten horen, is dan opeens

        verdwenen en het is stil in je hoofd.




           Het beste was proberen de dagelijkse routine gaande te houden. Wanneer hij
        weer terugkwam van zijn tochtjes met de slee en de honden, en weer enkele

        poolvossen of ander gedierte met een dikke winterhuid als buit, begon hij eerst
        de hut wat op te ruimen, maakte zo goed als dat ging wat eten klaar en besteedde

        de rest van de avond met zijn overpeinzingen en een nieuwe fles sterke drank.
        Zonder dat zou de slaap niet komen, wist hij. Jawel, hij zou de twee maanden die
        hij nog moest uitzitten voordat ze hem kwamen oppikken wel doorkomen. Het

        moest!  Goed  beschouwd  gaf  het  overlijden  van  Gustav  hem,  Olav,  ook  een
        voordeel. Hoe wrang ook, de handelswaar die hij en Gustav tot nog toe hadden

        verzameld was nu geheel voor hem zelf, dus hij kon het wat kalmpjes aan doen
        met de jacht en hoefde niet perse er elke dag weer op uit te gaan, de kou in.
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28