Page 24 - HetLaatsteOordeel
P. 24
Een flinke stapel huiden lag netjes opgestapeld klaar om ingescheept te worden
en er was voorraad en vlees genoeg voor ook de honden dus voor wat de
voorziening betrof, gaf het geen reden tot paniek. De zonzijde er van blijven inzien
was dan misschien teveel gevraagd voor deze situatie maar hij moest er wel voor
waken dat hij door deze ongelukkige gebeurtenis ook niet al te terneergeslagen
verder ging. Het zou hem niet helpen de vele lange en donkere dagen die hij nog
voor de boeg had, door te komen. O, hij zou niet de eerste zijn die zou bezwijken
en ongeneeslijk depressief weer van het Noorden zou terugkeren. Hij had daarvan
wel eens de verhalen gehoord maar wist ook uit eigen ervaring dat zoiets heel
goed mogelijk was. Boven de poolcirkel is het niet alleen de zwaarste beproeving
voor het lichaam maar ook een test voor de geest, tot welke extremen het kan
gaan zonder te breken.
Buiten lagen de honden in elkaar gerold als half bevroren harige bollen met hun
neus onder hun staart. Het leek hem het beste toch elke dag er even op uit te
trekken om de beesten wat lichaamsbeweging te geven. Het zou ook hemzelf de
nodige afleiding geven en de eenzaamheid wat verdrijven. Het was prioriteit nu
niet toe te geven aan de leegte van het landschap, die vervloekte eindeloosheid
van sneeuw en ijs...
Naast de hut en uit het zicht lag het graf van Gustav. Meer dan een stapeltje
stenen was het niet. De bevroren grond was natuurlijk ongeschikt voor een
fatsoenlijke grafkuil hoewel het Olav toch gelukt was wat aarde weg te scheppen.
Ook had hij wat plankjes gebruikt om het lichaam wat af te dekken en met de
keien hoopte hij dat het voldoende bescherming zou beiden voor een
nieuwsgierige ijsbeer. Gewoonlijk werd de hut nooit door zo’n ijsbeer bezocht
maar het leek hem toch beter zo’n bezoekje ook maar niet uit te lokken met een
vers-gestorven lichaam buiten de deur. Zodra het voorjaar weer zou terugkeren
en men hem zou komen ophalen, kon het hij het graf van Gustav alsnog in orde
maken met hulp van de bemanning van het schip.
Toen hij nogmaals een nieuwe fles wilde openen zag hij tevens dat de voorraad
drank flink was afgenomen en bedacht dat hij zichzelf nu maar beter op rantsoen
kon gaan zetten. Samen met Gustav was het drinken na een dag hard werken ook
al overvloedig geweest maar de laatste dagen na Gustav’s sterfgeval had hij
ongemerkt vele flessen alleen leeg gemaakt en de alcohol zou wel eens zijn
redding kunnen zijn om het uit te houden twee maanden lang.