Page 27 - HetLaatsteOordeel
P. 27
En natuurlijk was daar altijd de rookpluim uit het schoorsteentje als het teken van
bewoning in dit onherbergzame landschap. Maar zelfs dat ontbrak nu.
De laatste paar weken gaan de trappers er niet meer echt op uit om nog een
laatste keer wat huiden binnen te halen. De tijd wordt veelal besteed aan het
klaarmaken voor de terugtocht en de balans opmaken van de opbrengst tijdens
hun overwintering. Het was natuurlijk heel goed mogelijk dat het stel zich had
verrekend met de kalender, mijn woensdag 1868 kon heel goed hun dinsdag of
maandag zijn. En dus voor hen nog 1 dag te gaan die uitermate geschikt was om
nog eenmaal een tochtje te maken voor het plezier, het uitzicht en het genot van
het teruggekeerde zonlicht. Het werk is gedaan, morgen zijn we weer op weg
naar huis, kom, we gaan ter afsluiting Groenland vaarwel zeggen en de honden
de gelegenheid geven vrij te rennen. Ach, het zou zich wel verklaren wanneer we
aan wal kwamen.
Maar helaas werd deze gedachte al snel teniet gedaan toen ik samen met
enkele bemanningsleden in de sloep bij het geïmproviseerde steigertje aanmeer-
de. Alleen de honden verwelkomden ons, vastgeketend en onrustig blaffend, blij
misschien weer eens aangehaald te worden, bedacht ik, of misschien zelfs was
hun geblaf omdat ze wisten dat er eindelijk voer zou komen; iets aan hun gedrag
leek mij te willen waarschuwen dat niet alles was zoals het hoorde te zijn.
Ik kreeg mijn bevestiging toen ik het graf zag. Het was niet veel meer dan wat
keien bijeen geraapt en in de haast opgestapeld. Of misschien had een ijsbeer
geprobeerd om bij het lijk te komen. Hoe dan ook, het leek allesbehalve zorgvul-
dig gedaan en ik wist nu met zekerheid dat er inderdaad iets niet in orde was.
We vonden Olaf in de hut. Hij lag op zijn bed te slapen, dachten wij, maar
dichterbij gekomen zagen we dat zijn ogen wijd open stonden, bijna als iemand
die ook zelf net was overleden. “Een tweede” verzuchtte ik terneergeslagen
maar gelukkig zagen we al gauw toch wat lichaamsbeweging en liet hij ons
merken dat hij ons ook herkende. Het praten was echter onmogelijk, al onze
vragen kregen alleen een apathische blik als een nietszeggend antwoord en
uiteindelijk moesten we het opgeven en onze thuisreis gaan voorbereiden.
Het protocol in die dagen vereiste dat ik melding maakte in mijn logboek van
de reis, haar lading, haar passagiers, de bestemmingen aangedaan. Veelal werd
daar niet al te veel aandacht aangegeven bij terugkomst in Denemarken maar
bijzondere gevallen werden natuurlijk niet over het hoofd gezien.