Page 48 - PanoramaDerMuziek
P. 48

LATE RENAISSANCE, VROEGE EN MIDDEN-BAROK



                                             Ontstaan der opera


        Het  individualisme  van  de  Renaissance  had  voor  de  muziek  verder  strekkende
        gevolgen. De solist en de virtuoos danken daaraan hun ontstaan. Ten einde alléén ook
        wat te kunnen presteren bewerkte men koorwerken voor een zangstem met luit-,
        klavier-,  orgel-  of  harpbegeleiding,  de  zangstem  versierde  dan  gaarne  haar  partij.

        Dergelijke  bewerkingen  worden  pseudo-monodie  genoemd.  Hierbij  gaat  weer
        individualisme en aansluiting bij het antieke hand in hand, want de pseudomonodie
        staat dichter bij de eenstemmigheid der oudheid, die men zich trouwens begeleid
        voorstelde.


        Eén ideaal der Renaissance was de herleving van wat men voor de grootste culturele
        prestatie der oudheid hield: de tragedie, het treurspel met muziek, dat men zich geheel
        gezongen dacht.



        Reeds de middeleeuwen hadden verschillende vormen van gezongen drama’s gekend
        o.a.  het  liturgische  drama,  de  Paas-  en  Kerstspelen )  vooral,  waaruit  later  het
                                                                             1
        mysteriespel en de moraliteit voortkwamen, nadat het door allerlei minder gepaste
        uitwassen,  zoals  de  „sjacher-  scènes”  en  de  „wedloop  naar  het  graf”  in  de  kerk
        ongewenst geworden was. Verder de herderspelen der trou- vères, zoals het Jeu de
        Robin et de Marion van Adam de la Hale uit 1284. De Renaissance kende nog de
        gewijde vertoningen, de Sacre Rappresentazioni, de muziek bij drama’s en pastorales,
        tussen  de  bedrijven  de  intermediën  met  muziek,  de  als  madrigaal  (dus  voor
        meerstemmig koor) gecomponeerde comedie dell’ arte, die we madri- gaal-comedies
        noemen. De muziek was echter of tg hooi en te gras aangewend, of ze was ondoelmatig
        en belemmerend, daar de polyphone schrijfwijze van die dagen te star was om de
        beweeglijkheid van het toneel te weerspiegelen.



        Dat men, om het ideaal te benaderen, eerst een nieuwe muzikale techniek vinden
        moest, begreep de Florentijnse academie la Camerata, die eerst onder leiding van
        Bardi, later van Corsi, het probleem ernstig ter hand nam. Giulio Caccini componeerde
        voor  deze  kring  in  aansluiting  aan  de  pseudo-monodieën  van  zijn  tijd,  de  eerste
        eenstemmige liederen met begeleiding van accoorden, die op een luit, klavier, orgel
        of harp gespeeld konden worden.


        Deze eerste echt monodische muziek verscheen onder de titel Le Nuove Musiche in

        1602, ongeveer 15 jaar na haar ontstaan, in druk. In 1594 was deze nieuwe stijl voor
        het eerst toegepast op het dramma per musica of de favola in musica zoals men destijds
        zeide - de nadm opera ontstond eerst 40 jaar later - en wel door Jacopo Peri op de
        Dafne van den dichter Rinuccini. Deze eerste opera is verloren gegaan evenals die
        welke  Caccini  over  hetzelfde  gegeven  componeerde.  Een  nieuwe  ontstond  ter
        gelegenheid van het huwelijk van Hendrik IV met Maria Medici in 1600: Euridice, tekst
        van Rinuccini, muziek van Peri.
   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53