Page 14 - Mozaiek6
P. 14
1906 - Berg verlaat de staatsdienst en gaat zich geheel aan de muziek wijden; hij is
in Graz getuige van de eerste Oostenrijkse uitvoering van Strauss' Salomé.
C. Schoenberg: Kammersymphonie; Webern: Pianokwintet.
1907 - Zesmaal bezoekt Berg Weense opvoeringen van Strauss’ Salomé; hij begint
met de compositie van zijn Pianosonate opus 1, maakt kennis met zijn toekomstige
vrouw Hélène Nahowsky; hoort eerste uitvoeringen van drie der Fruhe Lieder en
van een Dubbel-fuga voor strijkkwintet en piano.
P. Mahler: Zesde Symfonie;
1908 - Berg voltooit de Sieben friihe Lieder en de Pianosonate in b op. 1 (met de
karakteristieke kwart-intervallen).
C. Debussy: Ibéria en Rondes de Printemps; c. en p. Schoenberg: Drei Klavierstiicke
op. 11, Tweede Strijkkwartet; c. en p. Webern: Passacaglia in d op. 1; c. Bartók:
Eerste Strijkkwartet en 14 Bagatellen voor piano; p. Strawinsky: Feu d’artifice.
1909 - Berg voltooit de Vier Lieder (Hebbel en Mombert) op. 2; hij ontmoet
verschillende malen Peter Altenberg en bezoekt de 'matinees' van de
'expressionistische' schilder, dichter, toneelschrijver Oskar Kokoschka (1886- );
In de Vier Lieder is reeds een begin van 'atonaliteit' te bespeuren. Uit een brief van
Alban aan zijn verloofde Hélène: 'Maar dit ene weet ik ondanks alles heel zeker, en
daar heb ik geen Nietzsche en geen andere filosoof ter wereld voor nodig: dat deze
weg naar de "nieuwe zeeën” of naar de "hoogste bergtoppen” voorbij loopt aan de
bekrompen doeleinden van deze wereld, deze miniatuur-wereld - slechts dit ene
in het oog houden: een rechtvaardig, goed, edel mens te worden. O Hélène, willen
wij deze weg niet samen gaan? Ik met jou - jij met mij? Hand in hand - ziel naast
ziel, zodat ons de vraag uit ’Rosmersholm” op de lippen zweeft: ”lk weet het niet,
ga ik met jou of ga jij met mij?” ’
C. Schoenberg: Fünf Orchester-stücke op. 16, monodrama Erwartung op. 17;
Webern: Fünf Satze für Streichquartett op. 5 en 6 Stücke für grosses Orchester op.
6.
1910 - Berg besluit zijn studietijd bij Schoenberg met
zijn eerste voluit atonale werk, het Strijkkwartet opus
3.
C. Debussy: Promenoir des Amants, Trois Ballades
de Villon en Préludes boek 1; Webern: Vier Stücke
voor viool en piano op. 7 en Zwei Lieder op 8 (Rilke);
p. Strawinsky: L’Oiseau de Feu’.