Page 13 - Mozaiek6
P. 13
ALBAN MARIA JOHANNES BERG (1885-1935)
werd als zoon van een uit Neurenberg naar Wenen
gekomen boekverkoper onder (Waterman) geboren,
net als Corelli, Mozart, Schubert en Mendelssohn. En
evenals Schumann voelde hij zich in het begin
voorbestemd tot dichter en heeft hij zich ook verder
sterk voor literatuur geïnteresseerd. Een beschouwing
van de halve eeuw die hij heeft geleefd, bewijst, dat
zij bepalend is geweest voor het karakter van de
'actuele muziek’ van de eerste helft der 20e eeuw (in
het volgende overzicht leze men voor c. 'compositie
van’ en voor p. 'première van’):
1885 - Wagner 2 jaar dood; Mahler 25 jaar oud,
Debussy 23 jaar, R. Strauss 21, Schoenberg 11, Ravel
10, Bartók 4, Strawinsky 3, Webern 2 jaar.
1900 - Vader Berg overlijdt op 30 maart; de familie
raakt in grote materiële moeilijkheden; Alban Berg
componeert zijn eerste liederen; met de eerste aanval van nerveuze bronchiale astma
begint in juli zijn lichamelijke lijdensweg, die door aanvallen van hooikoorts, steeds
terugkerende ontstekingen en abcessen (vaak na insectensteken), veelvuldig gebruik
van medicijnen en periodes van melancholie en hoofd-pijnen zal worden verzwaard
en tot aan zijn dood toe zal duren.
In Rome p. Puccini: Tosca; in Moskou p. Rimski-Korssakow: Tsaar Saltan.
1902 - Berg componeert meer dan 30 liederen en duetten; leest veel en lijdt aan
'Weltschmerz’.
P. Debussy: Pelléas et Mélisande (Parijs).
1903 - Berg zakt voor het eindexamen middelbare school, beleeft een ongelukkige
liefde en doet een poging tot zelfmoord.
C. Schoenberg: symfonisch gedicht Pelleas en Melisande.
1904 - Berg slaagt voor het eindexamen; hij wordt onbezoldigd staatsambtenaar
('Rechnungspraktikant'), bewondert Mahler, Ibsen en de dichter Peter Altenberg
(pseudoniem voor Richard Englander; 1859-1919) en maakt kennis met
Schoenberg; deze neemt hem als compositie-leerling aan, voorlopig zonder naar
betaling te vragen: pas later, als zijn moeder een grote erfenis krijgt, kan Berg de
lessen honoreren.
1905 - Hij componeert de nos. 3 en 5 der Sieben friihe Lieder.
C. Schoenberg: Eerste strijkkwartet; p. Debussy: La Mer en Strauss: Salomé.