Page 11 - Mozaiek6
P. 11

Toen had Schoenberg al tientallen jaren ervaren, wat het betekent als componist en
        visionair  schilder,  schrijver  en  dichter  vrijwel  voortdurend  afgewezen  te  worden,
        premières van werken met schandalen omgeven te zien en van de pers talrijke onheuse
        bejegeningen te ondergaan (zoals in februari 1912 na de eerste opvoering der Fünf
        Orchesterstücke op. 16 in de Berlijnse ’Signale’ van H. Leichtentritt: ’Een tragikomisch
        schouwspel, bij deze dolle kattemuziek het gezicht van de dirigerende Schoenberg te

        zien,  die  nu  eens  met  een  extatische,  dan  weer  met  een  vertwijfelde  uitdrukking
        daarop, de spelers aanvuurde. Schrikwekkende visioenen verwekken deze klanken,
        huiveringwekkende nachtelijke verschijningen dreigen en niets, ach, helemaal niets
        van vreugde en licht, van hetgeen het leven levenswaard maakt!'

        Hoe  het  is  zijn  geliefde  vrouw  aan  kanker  te  verliezen  (een  tweede  huwelijk  met
        Gertrud Kolisch bracht daarna nieuw geluk), een paar winters om gezondheidsredenen
        in den vreemde, tot Barcelona toe, te moeten verblijven, in 1933 als ’niet-Ariër’ met
        onmiddellijke ingang van het werk aan de Pruisische Akademie der Kunsten te worden

        beroofd (in een brief ondertekend door Max von Schillings - zie 1883), via Frankrijk
        naar de U.S.A. te moeten emigreren, daar in Los Angeles een leraarsbestaan op te
        bouwen, van 1936 af als professor aan de Universiteit van Californië (uit een brief van
        19 juli 1938:

        'Gecomponeerd heb ik sinds twee jaren niet. Ik had te veel andere dingen te doen.
        Trouwens, voor wie moet men muziek schrijven? De niet-joden zijn "conservatief”, en
        de joden hebben nooit interesse voor mijn muziek getoond.’). Wat het zeggen wil van
        tijd tot tijd pecunia causa gedwongen te zijn weer 'tonale’ muziek te schrijven, zoals

        de Suite voor strijkorkest in de toonsoort G, Thema und Variationen voor blaasorkest
        in g, op zijn zeventigste jaar als Amerikaans staatsburger (in 1941 geworden een veel
        te klein pensioen te krijgen en daarom weer privé-Iessen te moeten gaat geven om in
        de vrije tijd te kunnen componeren.

        Twee jaar voor zijn dood schreef hij aan een vriend: ’(.. .) mijn muziek is in Amerika
        en ook in het huidige Europa vrijwel onbekend.’ In de dankbrief voor de felicitaties
        met  zijn  75e  verjaardag  stond  de  kreet:  ’Pas  na  de  dood  te  worden  erkenden  de
        geestige opmerking: 'Tijdens mijn militaire diensttijd heeft men mij eens gevraagd, of

        ik nu werkelijk die componist A. S. was. ”Een heeft het moéten zijn”, antwoordde ik,
        "niemand heeft het willen zijn, dus heb ik mij ervoor beschikbaar gesteld”.’ In het jaar
        1949  verleende  de  stad  Wenen  hem  de  burgerrechten,  waarvoor  hij  zich  diep
        dankbaar toonde. Op zijn laatste ziekbed maakte hij nog plannen om naar Europa
        terug te keren…

                   Op het hoogste punt van zijn twaalftoons-technisch kunnen moet hij hebben
               verklaard: ’lk waarschuw voor de

          gevaren die zich achter de dikhoofdige
           reactie tegen de romantiek verbergen.
             De oude romantiek is dood, leve de
                                             nieuwe!’
   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16