Page 28 - Handboek Muziek Geschiedenis
P. 28

"
          dat de hand des Heeren op Elisa kwam. Er waren geheele profeten                                     -
          scholen in Israël, en van haar jongeren wordt gezegd, dat zij profeteerden

                                                                                       "
                                       „op cithers, harpen en cymbalen. De schare der
                                      profeten, die S a u l tegemoet gaat, tokkelt desnaren

                                      harer cithers en harpen, en het gezang en het harp                      -
                                      spel van D a v i d, den jongen herdersknaap, was

                                       het eenige middel om de zwaarmoedigheid en den
                                       toorn uit Saul s hart te verbannen.
                                                           ’

                                          D a v i d was een dichter van groot talent, en
                                       naar oostersche wijze openbaarde zich dit in den
                                                                           -
                                      dubbelen vorm van dicht en toonkunst. Hij was
                                       tevens de stichter van de tempelmuziek en richtte

                                       ook vereenigingen voor de uitvoering van wereld                        -
          lijke muziek op. Door S a l o m o werden die vereenigingen nog uitge                                -

          breid en hadden zij de bestemming der hedendaagsche vorstelijke, met
          het zangerspersoneel eener opera verbonden hofkapel. De zangeressen

          der kapel behoorden bij Salomo zoowel tot zijn huismuziek als tot zijn
          Harem. Deze van lieverlede meer algemeen wordende dubbele roeping
          der vrouwen en de uit vrouwelijken mond zoo verleidelijk klinkende

          zinnelijke macht van den toon hebben                          Jezus       S i r a c h aanleiding

          gegeven tot de waarschuwing : „Hoed u voor de zangeres, opdat zij
          u    niet verstrikke door

          hare       bekoorlijkheden.       "
          Zeker       is het, dat de

          muziekvereenigingen              in
          lateren tijd bij de Israë          -

          lieten, wat kunst en ze            -
          delijkheid betreft, zeer in

          verval geraakten. Daarop
          doelt de          uitroep      van

          J e s a j a : „En harpen en luiten, trommelen en pijpen zijn in hunne
          maaltijden, maar zij aanschouwen het werk des Heeren niet. In den                                    -
                                                                                                  "
          zelfden geest laat Am os zich uit : „Doe het getier uwer liederen van
          mij weg ; ook mag ik uwer luiten spel niet hooren.                         "
   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33