Page 60 - PanoramaDerMuziek
P. 60
LATE BAROK EN ROCOCO
Scarlatti, Purcell, 5ach en Handel
Scarlatti, de ongehoord vruchtbare componist van meer dan 100 opera’s, en
duizenden andere werken, zoals missen, motetten, cantates, passionen, klavierwerken
enz., is het hoofd van de z.g. Napolitaanse opera-school. Deze verplaatst meer en meer
de nadruk naar de muziek en wel in het bijzonder naar de virtuoze solozangkunst. De
dialoog wordt nalatig behandeld in een steriotyp recitatief ), alle aandacht wordt
1
besteed aan de aria. Men schrijft bijna uitsluitend voor sopranen en alten en bedient
zich in de mannerollen van z.g. kastraatzangers, d.w.z. zangers bij wie op kunstmatige
wijze de jongensstem bewaard is gebleven.
De natuurlijke mannestem vonden de Italianen van die tijd belachelijk, de Fransen
daarentegen konden de kastraten niet uitstaan, zodat in de tragédie lyrique altijd een
natuurlijke bezetting te vinden is. De kastraten waren overigens geen vernieuwing van
de Napolitanen, ze komen reeds in de Yenetiaanse en de Romeinse opera voor, maar
in de tijd van Scarlatti bereikte hun kunst de grootste hoogte. Zij blonken uit zowel in
timbre als in omvang (soms meer dan 3 octaven zoals bij Farinelii) in techniek en in
improvisatiekunst. Improvisatie was nog steeds een groot onderdeel der uitvoerende
kunst en bij het beoordelen van de muziek uit de Barok moeten wij daar ter dege
rekening mee houden. Ook de b.c.-praktijk en de ornamentiek behoren daartoe. Een
partituur werd steeds slechts schematisch genoteerd, de executant moest daar van
zichzelf nog veel aan toevoegen. Dit is een der redenen, waarom de muziek uit die
dagen voor een groot deel voor ons verloren is, een andere is de onuitvoerbaarheid,
daar we geen kastraat- zangers meer hebben.
Dit geldt niet voor de Napolitaanse komische opera, de opera-buffa. Deze, die
voortgekomen was uit de inter- inezzi tussen de bedrijven van een ernstige opera
(opera seria), beschikte nooit over phenomenale krachten en wat de componisten
daarvóór schreven is - hoewel nog moeilijk genoeg - heden ten dage tenminste niet
onuitvoerbaar. Een beroemd werk uit die tijd is La serva padrona (De meid als bazin)
van G. B. Pergolesi (1710-1736), den jong gestorven meester, die ook o.a. een mooi
Stabat Mater en prachtige Triosonates heeft geschreven. De meesters van de
laat-Barok, Bach en Handel, stonden in vele opzichten onder invloed der Napolitanen:
Bach wat betreft de vorm zijner aria’s in cantates en passionen, die geheel de
Napolitaanse is, ook wat de bezetting met eventuele concerterende instrumenten
aangaat, zoals viool, violoncello, viola da gamba, luit, hoorns, fagot, viola’s d’amore,
hobo’s; Handel met het merendeel zijner opera’s en de aria’s uit zijn oratoria.