Page 62 - PanoramaDerMuziek
P. 62

Bach heeft in tegenstelling tot Handel zijn geboorteland nimmer verlaten. Zijn leven
        speelt zich af tussen Eisenach, Lüneburg, Hamburg, Weimar, Arnstadt, Mühlhausen,
        Weimar, Köthen en Leipzig. Hij was twee maal gehuwd, en had 21 kinderen, gold als
        de grootste organist van zijn tijd, maar werd als componist niet naar waarde geschat.
        Hij stierf, eveneens blind, in 1750 te Leipzig.



        Terwijl het heftige, brute, onverzettelijke karakter van Handel, die geen superieuren
        maar alleen ondergeschikten had, hem persoonlijk een steun was en hem hielp talloze
        moeilijkheden  energiek  te  overwinnen,  had  Bach,  wiens  heftigheid  met  minder
        autoriteit gepaard ging, aangezien hij voortdurend in ondergeschikte betrekkingen
        was, daardoor juist dikwijls onaangename conflicten met zijn superieuren.


        Handel, Italiaans georiënteerd, gaat in zijn hele muzikale denken uit van de zangstem,
        hij is een in wezen vocaal componist. Bach, Duits georiënteerd, denkt niet vocaal,
        maar  behandelt  zijn  zangstemmen  alsof  het  instrumenten  waren.  Zijn  muzikale
        voorstellingswereld wortelt in het orgel en in het protestantse koraal. Handel heeft met
        het koraal nooit iets uitstaande gehad.



        Bach was in zijn tijd ouderwetser dan Handel. Hij beoefende alleen vormen met een
        verleden en gaf ze hun laatste voltooiing: de kerkcantate, de suite, het concerto grosso
        (Brandenburgse concerten), het soloconcert van het Vivaldische type, het preludium
        met fuga, de passa- caglia, de Passio. Nieuw was alleen dat hij in een aantal viool- en
        fluitsonates de klavierpartij uitschreef, maar dit had niet al te veel om het lijf, daar het
        eigenlijk  Trio-  sonates  waren,  met  een  door  de  rechterhand  van  den  begeleider
        gespeelde tweede partij.


        Handel beoefende het voor die tijd modernste Operatype en schiep met zijn oratoria

        een nieuwe vorm, die door latere generaties werd overgenomen. In onze ogen is
        niettemin Bach, vooral door zijn onuitputtelijke harmonische rijkdom bij onovertroffen
        contrapuntische stemvoering, nog heden ten dage modern, terwijl van Handel veel
        verouderd is. Zelfs zijn grootste werk, de Messias, valt af tegen b.v. Bach’s Matthaeus
        Passion of Hohe Messe. Handel’s opera’s zijn in haar geheel voor niemand meer erg
        genietbaar, van Bach’s werken is er eigenlijk niet 'één verouderd. Natuurlijk is dit niet
        alleen een muziektechnische kwestie - in vele opzichten zijn de werken van Handel
        niet minder volmaakt dan die van Bach - maar een die de geest van beide meesters
        raakt; met andere woorden dat, wat achter de muziek staat.


        „Es  ist,”  zei  Goethe  van  Bach,  „als  wenn  die  ewige  Harmonie  sich  mit  sich  selbst
        unterhielte, wie sich’s etwa in Gottes Busen kurz vor der Weltenschöpfung möchte

        zugetragen haben”.
   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67