Page 45 - MusicInTime
P. 45
Madrigalen en maskers
1530-1700 De Gouden Eeuw
4.2. Voc, Bajj'us. Mr. Morley„
Ow is tneMonthof Maying, when mer-ry Lads are play-ing ; Fa lala la
gÉi=pÉgllllfl|lii;l;{l|l£É|lFg!=|=ppi;j^f;ï=f=f»=f
la la la la la la, la la la la • Each with his bon-ny Lafs ap-on the gree-ny
Gnifs; Fa la la la la la la la la la la la la la la la.
Een fragment van de eerste Varianten van het madrigaal
druk van Morley’s ‘Now is Voor het luchtiger vermaak schreven de Italiaanse componisten balletti, lie
theMonth of Maying’. Een deren in verschillende coupletten met een tralala-refrein, op opgewekte
duidelijke druk was een muziek, bijna dansmuziek. Giovanni Gastoldi (1555-1622) was het bekendst
eerste vereiste: verscheidene
zangers moesten van om zijn balletti, maar een beroemd voorbeeld is ook Now is the Month of
hetzelfde blad lezen. Maying van Thomas Morley. De eenvoudigste, lichtste en meest op harmo
nie gerichte soort van madrigaal werd villanella genoemd (van canzona villa-
Op de volgende bladzijde nesca alla napolitana, Napolitaans boerenlied) of canzonetta.
rechtsboven: portretten van Het madrigaal zelf werd ingewikkelder en gevarieerder. In plaats van
Thomas Tallis (boven) en fraaie liefdespoëzie in de geest van Petrarca zette Andrea Gabrieli gedichten
William Byrd. voor belangrijke algemene of politieke gelegenheden op muziek of popu
laire, zelfs volkse komische rijmen. Palestrina bracht deze in wezen wereld
lijke muziekvorm weer binnen de greep van de kerk met zijn ‘geestelijke
madrigalen’ die tijdens de vasten thuis of aan het hof moesten worden ge
zongen. Orazio Vecchi (1550-1605), muziekmeester aan het hof in Modena,
heeft met zijn Amfiparnaso de eerste ‘madrigaalkomedie’ geschapen, een
reeks madrigalen die de loop volgen van een commedia dell’arte-stuk in drie
bedrijven. De partijen van de figuren werden door alle zangers gezamenlijk
gedaan: als het bijvoorbeeld een vrouw was zongen de mannen met een fal
setstem; bij een oude man lieten ze allemaal hun stem beven. Aan toneel-
voordracht of kostumering werd niet gedacht, maar het madrigaal ging rich
ting opera. Daar verscheen het in het werk van Claudio Monteverdi.
Het madrigaal begon zijn reis buiten Italië. Orlando di Lasso die, zoals we
al zagen, enkele jaren in Rome had gestudeerd en gewerkt als voorganger
van Palestrina, zette aan het Beierse hof in München andere musici aan tot
het schrijven van madrigalen, twee boeken vol. Philippus de Monte, ook een
Zuid-Nederlander, verdient hier om twee redenen vermelding: hij bracht het
madrigaal naar het keizerlijk hof in Praag en Wenen. Hij was de vruchtbaar
ste van alle madrigaalcomponisten, hij wrochtte er meer dan duizend, kerke
lijke zowel als wereldlijke. Maar in Engeland vond het madrigaal, samen met
zijn lichtere variant, een tweede thuis.
Ontwikkelingen in Engeland
Engeland was onder de Tudors even sterk op muziek gericht als op andere
kunstvormen. De kerkhervorming van Hendrik VIII had voor het Engelse
muziektalent een interessant neveneffect: het conflict tussen protestant en
54