Page 40 - MusicInTime
P. 40

1430-1600





        de functie van hofcomponist aan bij de keizer van het Heilige Roomse Rijk.
        Hij bracht de compositietechniek van de Lage Landen naar Duitsland en
        nam de Duitse manieren over: missen gebaseerd op Gregoriaanse in plaats
        van op wereldlijke melodieën, bepaalde motetten voor heiligendagen, veel­
        stemmige liederen, waarbij de tenor de melodie zong. Zijn beroemdste lied,
        Innsbruck ich muss dich lassen, werd door zijn melodieuze hoogste stem een
        vaste melodie voor gezangen - veel gebruikt in Passies door Bach en anderen
        - en niet door de hoofdmelodie in de tenor. Isaac bracht de Duitse muziek op
        een niveau vergelijkbaar met dat van de rest van Europa, maar zelf bleef hij
        zowel persoonlijk als muzikaal evenzeer verbonden met Italië; hij was een
        kei in de frottola en zijn vrouw was een Florentijnse. Zijn muziekstijl in de
        Duitse en in de Italiaanse muziek was steeds gebaseerd op de Zuidneder-
        landse, fijn doorwerkt en geworteld in de Engelse zoete harmonie. Zijn
        muziek werd in Europa ruim verbreid en beïnvloedde allerwegen componis­
        ten, in een tijd waarin dergelijke klanken hoog werden gewaardeerd.

        De gevolgen van de reformatie
        Ook van grote invloed op de muziek in Duitsland en daarbuiten was nu
        Maarten Luther (1483-1546) die door zijn lijst met vijfennegentig klachten,
        op 31 oktober 1517 in Wittenberg aan de kerkdeur geprikt, zich losscheurde
        van de katholieke Kerk. Dit was de reformatie: van nu af aan was muziek óf
        katholiek óf'protestant. Godsdiensttwisten hebben, evenals oorlogen, de
        muziek nooit goed gedaan. Artistieke kwaliteit, het enige criterium, wordt
        door inhoudelijke kwesties aangetast.
          De reformatie had aanvankelijk vooral invloed op de muziek in Engeland,
        waar Hendrik VIII Nederlandse muzikanten in dienst nam om de aangebo­
        ren talenten van Engelse componisten tot bloei te brengen. Het talent was er
        al: John Taverner, Thomas Tallis en later William Bird. Ze schreven alle drie
        prachtige kerkmuziek in het Engels en het Latijn. Die moest ook aanpasbaar
        zijn, want een volgende vorst bracht soms een volgende wijziging in het Ro­
        meins ritueel teweeg. Een meesterwerk uit deze periode is Tallis’ toonzetting
        van de Klaagliederen van Jeremia in het Latijn. In katholieke landen ont­
        stond er onmiddellijk een contrareformatie (1562). De paus van Rome be­
        sloot wereldse praktijken als harmonie en volksmelodieën in de kerkmuziek
        te verbieden. Zijn ideaal was om volledig tot het Gregoriaans terug te keren:
        de eenvoudige vaste patronen van traditionele kerkmuziek.

        Palestrina, Orlando di Lasso, Victoria
        Het duurde niet lang of er kwamen uitzonderingen op deze strenge pause­
        lijke regeling. Giovanni Pierluigi da Palestrina (ca. 1525-1594), beslist de
        grootste Italiaanse componist van zang zonder begeleiding, schreef harmoni­
        sche missen van zulk een treffende schoonheid dat hij een pauselijke dispen­
        satie ontving en de pauselijke titel ‘prins der muziek’.
          Palestrina volgde de intellectuele, ingewikkelde stijl van de Zuidneder-
        landers, maar aangepast aan de Italiaanse smaak, die meer voor vlotter
        melodieus werk was, meer in de oude Engelse stijl van Dunstable. Palestrina’s
        levendigste muziek is buiten zijn missen te vinden, bijvoorbeeld in zijn Exul-   Op de bladzijde hiernaast:
        tate Deo met zijn op de voorgrond tredende instrumenten. Hij vormde   Portret van Maarten luther
                                                                            door Lukas Cranach de
        de kerkelijke pendant van de uitbundige, vaak pikante Italiaanse wereldlijke   Oude. Luther was een
        liederen als die van Clément Jannequin (ca. 1485-1558). Van hemzelf en zijn   begaafd zanger en luit- en
        leven is weinig bekend, maar zijn liederen Parijse kreten, De slag bij  fluitspeler. Als jongeman
        Marignan en De roep van vogels zijn levendige klanknabootsingen, heel leuk   zong hij op straat om geld
        om te bezingen of te beluisteren, en komen dicht bij de dansmuziek.  te verdienen.


                                                                                              49
   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45