Page 42 - MusicInTime
P. 42

Madrigalen en maskers


                    Be Gouden Eeuw



        Europa wendt zich naar Italië voor muzikale inspiratie * De opkomst van
           de wereldlijke muziek brengt een vloed van madrigalen, dansen en
          instrumentale muziek * Het Engelse luitlied: de tijdpassering voor de
         betere kringen * Engelse klaviermuziek * De viool duikt op * De opera
        ontstaat aan de muzikaal zo vruchtbare hoven van Italië * De castraten *
        Sweelinck, de ‘Organistenmacher’ * Henry Purcell en zijn bekrompen tijd

        De activiteiten verplaatsten zich van de Zuidelijke Nederlanden naar Italië,
        altijd al een belangrijk muziekland en bovendien het middelpunt voor de
        rooms-katholieke Kerk. Alles lag klaar voor een hernieuwde aanvoerende
        rol van de Italiaanse muziek en voor de groeiende belangstelling voor wereld­
        lijke muziek, die weldra even belangrijk zou worden als de muziek bij de
        kerkdienst. Het verhaal brengt ons naar het ontstaan van de opera en het
        gloren van de barokmu?5fek.

        Italiaanse madrigalen
        In de eerste helft van de zestiende eeuw werden Italiaanse dichters en andere
        kunstenaars, ook musici, opnieuw geboeid door het werk en de stijl van de
        veertiende-eeuwse dichter Petrarca, wiens canzoniere (bundel te zingen
        gedichten) in 1501 in Venetië was verschenen en sindsdien vaak herdrukt. In
        Florence en Rome, waar de hoogrenaissance in volle bloei was, maakten
        componisten op Petrarca’s liederen en sonnetten frottole. Maar kenners van
        deze zaken achtten de frottola-stijl met zijn simpele structuur, zijn regel­
        matig ritme en zijn herhalingen te min voor Petrarca’s geraffineerde en in-
        gevoelige liefdesgedichten.
          Franse en Zuidnederlandse componisten die toen in Italië werkzaam
        waren, vonden een soepeler, expressiever en emotioneler soort muziek voor
        de geliefde verzen van Petrarca en dë latere imitaties van Tasso, Ariosto,
        Michelangelo en anderen. Tegen de jaren twintig werden zulke stukken
        madrigali genoemd. Etymologen zijn het niet eens over de herkomst van dit
        woord; sommige zeggen van mandra (schapenhek), andere van matrix (moe­
        dertaal) of van materialis (vrij gevormd). De eerste van die nieuwe Italiaanse
        madrigalen verschenen druppelsgewijs in de jaren twintig; na 1533 ontston­
        den ze in groten getale.
          De muziek was eigenlijk bedoeld om door drie tot zeven stemmen zonder
        begeleiding te worden gezongen; de cadans en het ritme van de muziek weer­
        spiegelden de gevoelens in de poëzie, zelfs bij aparte woorden als ‘leed’,
        ‘sterf’, ‘hart’, en natuurlijk bij ‘snellen’, ‘opgaan’ en ‘afdalen’ - we kwamen
        het al tegen als woordillustratie.
          Tegenwoordig worden die madrigalen gewoonlijk door een koor uitge-
   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47