Page 13 - Handboek Muziek Geschiedenis
P. 13

Van de instrumenten der Indiërs vermeldden wij reeds de Vina, de
          Indische luit. Zij heeft 7 snaren en een toonomvang van meer dan twee
          octaven. Zij is het volmaakt            -

          ste en tevens het nationaalste
          van alle Indische snaarinstru           -
          menten. Haar hooge ouder                -

          dom blijkt uit het verhaal, dat

          zij door Sarasvati uitgevon             -
          den zou zijn, en zij was het
          lievelingsinstrument der voor           -
          name wereld.

             De Vina behoort niet tot
          de harpvormige instrumenten,

          maar heeft een toets, gelijk
          de luit en de guitaar. Zij be          -
          staat uit een cylindervormig

          bamboesriet van meer dan drie
          voet lengte, waarover niet

          minder dan 19 kammen zijn
          aangebracht. De zeven snaren zijn van metaal en aan even zooveel
          schroeven bevestigd. Deze snaren zijn aldus gestemd:

                               i                          £








             Een tweede snaarinstrument der Indiërs is de Magoudi, in vorm aan
          de guitaar verwant en vermoedelijk aan de Arabieren ontleend. De
          Indische slangenbezweerders gebruiken dit met 4 snaren bespannen
          instrument bij voorkeur om de slangen naar de muziek te laten dansen.

             Ook een strijkinstrument, een soort van viool, Serinda genaamd,

          komt in de Indische muziek voor. Het is met 3 van zijde gesponnen
          snaren bespannen en wordt met behulp van een primitieven strijkstok
          bespeeld.

             Onder de blaasinstrumenten komen fluiten en dubbele fluiten voor,
   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18