Page 11 - Handboek Muziek Geschiedenis
P. 11

groote heele toon werd verdeeld in vier kwarttonen, elke kleine heele

         toon in drie kwarttonen, elke halve toon in twee kwarttonen, in dier
         voege dat elk octaaf twee en twintig kwarttonen, Stvuti genaamd, bevat.

            Vermoedelijk heeft deze leer alleen in de theorie gegolden ; want in
        de praktijk zou bij deze indeeling geen enkel interval zuiver geklonken
         hebben en de grondslag van allen samenklank, het octaaf, een halve

         toon te laag geweest zijn, daar het immers uit 12 halve of 24 kwart                                   -
         tonen bestaat en dus bij 22 kwarttonen er 2 te kort zou zijn gekomen.

            De Indische toonladder, van A uitgaande, komt overeen met onze
                               -
         A groote tevts schaal. De verschillende trappen hadden de volgende
         namen : Sarja, Rishabba, Gandhawa, Madhyama, Panchama, Dhaivata

         en Nishadda, van welke woorden alleen de beginlettergrepen werden

         gebruikt :
                                       Sa, vi, ga, ma, pa, dha, ni,



         evenals in latere eeuwen G u i d o v a n A r e z z o zou doen met betrek                              -
         king tot de Hymne aan den H.                       Joannes        , waaraan hij de syllabes
         ut, re, mi, fa, sol, la, ontleende.

            Het aantal toonsoorten was in Indië oudtijds fabelachtig groot. Vol-

         gens de sage waren er ten tijde van den god K r i s h n a niet minder

         dan 16000! Even groot was nl. het aantal meisjes (Gopi) van Madura,
         die de liefde van den op aarde vertoevenden god trachtten te verwer                                   -
         ven en hem ieder in een afzonderlijke toonsoort toezongen.


            In lateren tijd slonk dat aantal toonsoorten van 16000 eerst tot 960,
         toen tot 36 en eindelijk tot 28.
            Men vindt in de Sanskrietlitteratuur een groote menigte theoretische
         werken over de muziek, die namen dragen als: „spiegel der toonlad-

                                                    ”
               ”
                                                                                     ”
         ders , „spiegel der melodieën , „zee der gevoelens , enz. Het heilige
         boek Narayan bevat zelfs een theorie der muziek in verzen. (In onze
         dagen heeft de componist F e l i x D r a s e k e een soortgelijk werk in
         dichtmaat geschreven).

            De rhythmus der Indische muziek was zeer afwisselend, een gevolg
         van de groote verscheidenheid van het metrum hunner poëzie. Nu eens

         werden de kleinste tijddeelen met de grootste nauwkeurigheid uitgevoerd,
                                                                                                    2
   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16