Vorig jaar ondertekenden de Verenigde Staten 5.500 pagina’s aan wetgeving, waarvan de meeste betrekking hadden op economische stimuleringsmaatregelen. Maar het behandelde ook iets anders – UFO’s!
De onthullingen kunnen explosieve implicaties teweeg brengen die ons ertoe zullen aanzetten onze wetenschappelijke modellen en theorieën van de menselijke oorsprong opnieuw te onderzoeken.
Waar komen we vandaan? Dit is waarschijnlijk de meest fundamentele vraag die wij mensen al sinds het begin der tijden ons afvragen; om zelfs maar te proberen hierop wat antwoorden te krijgen, zullen we toch aandacht moeten gaan geven aan de oorsprong van al het leven hier op deze aarde.
In het commentaargedeelte van deze wetgeving – de Intelligence Authorization Act for Fiscal Year 2021 – staat een gedeelte met als titel “Advanced Aerial Threats.” Het commentaar bepaalt dat alles wat de regering weet over UFO’s voortaan een andere bijnaam zal krijgen: UAP (Unidentified Aerial Phenomena) en AAV (Anomalous Aerial Vehicles). Wat betekent dat de UFO, het Unidentified Flying Object, vanaf dan niet meer officieel de benaming zal zijn.
Abiogenese – of de oorsprong van al het leven – is de benaming voor het proces hoe het leven op aarde is ontstaan. In wezen houdt deze theorie in dat gedurende miljoenen jaren van evolutionaire processen, niet-levende materie is overgegaan in levende cellen. Daarna begonnen zich geleidelijk aan via de natuurlijke selectie eenvoudige, cellulaire levensvormen te ontwikkelen, en zo kwam uiteindelijk na een eeuwigheid van genetische mutaties en aanpassingen de biodiversiteit (verscheidenheid aan levensvormen) tot stand.
Deze theorie is al sinds de jaren 50 een wetenschappelijk feit en de voorstanders wijzen op de experimenten uit die jaren waarbij de synthese van bepaalde amino-zuren anorganische verbindingen liet ontstaan. De tegenstanders echter menen dat de eiwitten die nodig zijn om cellulair leven in een laboratorium te laten ontstaan met geen mogelijkheid de complexiteit van een levende cel kan nabootsen zoals de natuur dat laat ontstaan.
Een alternatief bij deze theorieën is die van de panspermia: het leven is elders in het universum ontstaan en later verspreid naar onder andere onze aarde met asteroïdes, meteorieten, kometen en ruimtestof. Latere studies hebben inderdaad aangetoond dat het heel goed mogelijk is dat deze fundamentele bouwstenen voor leven op deze manier de aarde hebben bereikt.
Het idee van de panspermia kan ook betekenen dat het verspreiden van organische materie (met biologische, levende oorsprong) niet perse toevallig hoeft te gebeuren; het kan ook opzettelijk door jawel! een intelligente soort geïntroduceerd zijn op planeten van hun keuze.
Dit is geen science fiction meer. Veelgeprezen en wereldberoemde wetenschappers zoals Francis Crick, Leslie Orgel, Sydney Brenner en vele anderen onderschrijven deze theorie en publiceerden uitgebreide studies over het onderwerp.
Sydney Brenner kreeg al eens een Nobelprijs voor zijn werk aan het ontcijferen van de genetische code; ook Francis Crick (samen met James Watson de ontdekkers van het DNA) heeft die felbegeerde wetenschappelijke Nobelprijs gewonnen waarna de geboorte van de genetische wetenschap zoals we die kennen een feit was.
Darwin en de definitie van “leven”
Wel belangrijk is te beseffen dat het leven zelf niet zo gemakkelijk te definiëren is. Er zijn honderden definities en in sommige gevallen zijn er hele hoofdstukken uitsluitend gewijd aan het definiëren van dit fundamentele woord cq. concept. Volgens de biologen Jane Reece en Neil Campbell “het fenomeen dat wij leven noemen laat zich niet vangen in een simpele definitie van één zin.”
De definitie die NASA verkiest, is dat het leven een “zichzelf in stand houdend chemisch systeem is dat in staat is tot darwinistische evolutie“. Met andere woorden, het leven is “materie die zichzelf kan reproduceren en evolueren al naargelang wat nodig is om te overleven”.
En dit brengt ons dus bij Charles Darwin. Het idee van de panspermie (het bij toeval of expres introduceren van organisch leven) moet niet gezien worden als een opstand tegen het concept van evolutie zoals Darwin dat heeft uitgedacht.
Algemeen wordt aangenomen dat Darwins “oorsprong van de soorten” een vaststaand, wetenschappelijk feit is. Het evolutieproces – dat wil zeggen de door een natuurlijke selectie aangedreven, genetische mutaties – is een gevestigde wetenschap die niet zomaar ontkend kan worden. De oorsprong van al het leven echter is nog helemaal geen wetenschappelijk feit. Bovendien zijn er sterke bewijzen dat de aard van dit proces tot nog toe is overschat, en dat het proces wellicht veel meer symbiotisch is dan tot nog toe aangenomen.
The Dawn of Man: de evolutie theorie
Uit genetische studies kunnen we opmaken dat primaten ongeveer 85 miljoen jaar geleden van de zoogdieren zijn afgesplitst; de verschillende subfamilies van de mensapen begonnen zo ongeveer 15 tot 20 miljoen jaar geleden voor wat betreft hun evolutie uiteen te lopen. Met verschillende evolutionaire ontwikkelingen als uiteindelijk resultaat. Men speculeert vervolgens dat onze tweevoetigheid om en nabij 6 tot 7 miljoen jaar geleden is begonnen. Hierdoor konden onze voorouders zich over de hele wereld verspreiden, zo luidt de theorie, maar sommige antropologen die zich gespecialiseerd hebben in deze tweevoetigheid (of bipedie) menen dat dit niet de belangrijkste reden kon zijn geweest waardoor de mensensoort kon uitwaaieren over de hele wereld. Het op twee benen kunnen wandelen en rennen zou niet voldoende zijn geweest om de continenten te veroveren.
Ontdekt werd dat zowel deze tweevoetigheid, maar ook de vaardigheden om gereedschappen te vervaardigen en – niet vergeten – de controle over het vuur nodig zouden zijn geweest om deze wijde verspreiding van onze voorouders te bereiken.
Verder wordt aangenomen dat al deze ontwikkelingen ook de hersengroei versnelde die ongeveer twee miljoen jaar geleden bij onze soort begonnen is. Ten slotte komen we dan, via een nogal gecompliceerde stamboom vol met kruisingen van mensachtige soorten, uiteindelijk bij onze soort de homo sapiens, zo ongeveer 400.000 – 200.000 jaar geleden.
De zogenaamde Ancient Astronaut Hypothese
De oude Griekse denkers zoals Plato, Pythagoras en vele anderen hebben uitvoerig beschreven hoe de goden van de mythologie echt bestaan hebben, hoe zij de natuurlijke processen hebben geïnitieerd en de planeet met leven hebben ingeënt.
Het geloof in deze goden als de scheppers van de mensheid en de gehele wereld was al vele eeuwen oppermachtig, totdat het darwinisme ten tijde van de industriële revolutie deze denkbeelden naar het boek der fabelen, de mythologie, verbande.
Er bestaat al eeuwenlang een ideologische strijd tussen religieuze en wetenschappelijke wereldbeelden. Tijdens de Renaissance werden de ‘ketters” veroordeeld, sommigen zelfs ter dood, en ge-excommuniceerd. Halverwege de 20e eeuw begonnen schrijvers en alternatieve geschiedenisboeken te publiceren over nogal vreemde verschijnselen die niet zo goed te verklaren waren en gaandeweg ontstond er een fusie van de wetenschap en de mythologie die bekend is geworden als de astronauten-hypothese. Niet echt iets van de nieuwe tijd want ook in de klassieke oudheid waren deze deze ideeën al aanwezig.
Deze astronauten hypothese beweert dat de goden van de oude mythologie eigenlijk intelligente, niet-menselijke wezens waren die hun geavanceerde technologie gebruikten om het leven hier op aarde te introduceren – en de kennis van een intelligente beschaving na te laten aan de mensheid. De hypothese werd deels gevoed door een steeds grotere verzameling van waarnemingen over de hele wereld van afwijkende luchtverschijnselen en de ontwikkelingen op het gebied van de lucht- en ruimtevaart.
De ketterij van het geloven in buitenaardse goden
Een godheid kan worden gedefinieerd als een bovennatuurlijk wezen dat het vermogen heeft de natuurkrachten te beïnvloeden, die de mensheid observeert en periodiek tussenbeide komt in de aangelegenheden van de menselijke beschaving. Het is interessant dat volgens deze definitie het een ander wezen dan de mens is die de menselijke beschaving observeert en af en toe een interactie aangaat; vanuit deze definitie zou je mogen concluderen dat het onderwerp ruimschoots binnen de parameters van wetenschappelijke waarschijnlijkheid valt en dus ook wetenschappelijk aandacht zou moeten hebben. Helaas echter – en ondanks de talloze waarnemingen van fysiek bewijs van geavanceerde technologie in de oudheid en de suggesties van grote denkers zoals Crick, Newton, Einstein, Tesla Pythagoras, Plato, en het idee dat zulke goden of buitenaardse levensvormen op zijn minst met tussenpozen hier aanwezig zijn en onze beschaving observeren – stuiten deze ideeen vaak op venijnige spot en scepsis.
De meeste tegenstanders van deze ideeën zijn meestal zeer trouwe aanhangers van de darwinistische evolutieleer, een leer die goed beschouwd – en of ze zich er nu van bewust zijn of niet – zich schuldig maakt aan een zekere vooringenomenheid, zo niet ronduit wetenschappelijk wangedrag. Zij (de oligarchische autoriteiten op dit gebied) beschouwen deze anti-darwinistische theorieën als ketterij (tragisch ironisch, het darwinisme was zelf ook ooit eens zo’n ketterij) en dit is waarom zelfs tot op de dag van vandaag het grote publiek zich er meestal niet van bewust is dat deze astronauten-hypothese inmiddels toch wel iets meer is als zomaar een fabeltje.
… dat – als deze dingen over uw militaire bases vliegen en u niet weet wat ze zijn of van wie en dat deze dingen technologieën laten zien waar over u zelf nog niet kunt beschikken – dat dat voor mij een nationaal veiligheidsrisico is waar we toch eens naar zouden moeten gaan kijken.
Uit openbare verklaringen van regeringsfunctionarissen (Republikeinen, Amerika) zoals bovenstaande zou je kunnen concluderen dat men zelfs het vermoeden heeft dat een buitenlandse tegenstander een voorsprong heeft opgebouwd met technologieen die het Westen nog niet heeft ontwikkeld.
Het zou ook de indruk kunnen wekken dat bijvoorbeeld het Amerikaanse leger deze verschijnselen al jarenlang onvoldoende heeft bestudeerd. Maar dat is niet helemaal correct. Het Amerikaanse ministerie van defensie houdt zich al langere tijd bezig met het onderzoek naar deze onverklaarbare verschijnselen maar tot nog toe zijn de meeste van deze documenten geclassificeerd als niet bestemd voor het publiek. Zelfs de organisatie die deze onderzoekingen deed was lange tijd zwaar geheim en pas in 2020 werd eindelijk het bestaan van zo’n organisatie (gefinancieerd met belastinggeld) openbaar gemaakt.
Apollo-astronaut Alfred Worden verscheen enkele jaren geleden op televisie in het programma Good Morning Britain. De presentator vroeg hem uiteindelijk voor de grap of hij in buitenaards leven geloofde. De astronaut antwoorde heel serieus dat hij inderdaad daarin geloofde en zei daarbij ook dat volgens hem in het prehistorische verleden een intelligente soort het leven op aarde heeft gezaaid. Hij stelde voor om de Sumerische mythologie te gaan lezen waarna de gastheer in paniek raakte en het interview stopte.
Buzz Aldrin (die ook op de maan heeft gewandeld) heeft publiekelijk verklaard dat een vreemd object zo´n 200 meter hoog op Mars naar zijn mening het bewijs is van een niet-menselijke beschaving. Maar misschien wel de meest intrigerende van de deze `moonwalkers´ is Edgar Mitchell en zijn e-mail dat werd ontdekt door de onthullingen van Wikileaks. In 1 zo´n e-mail die Mitchell naar het Clinton-kamp stuurde toen Hillary Clinton kandidaat was voor het presidentschap schreef Mitchell: “onthou dat onze ET uit het nabijgelegen universum geweldloos is en ons helpt om het zero-point energie (nulpunt-energie) naar de aarde te brengen. Ze tolereren geen enkele vorm van militair geweld, niet op aarde maar ook niet in de ruimte”. ET staat voor buitenaardse intelligentie en de nulpuntsenergie is een schone, onuitputtelijke energiebron.
Wat zal het UFO-rapport gaan betekenen?
Welke conclusies kunnen worden getrokken nu de amerikaanse regering heeft besloten de documenten vrij te geven? En welke impact zal dit hebben op onze ideeen aangaande onze oorsprong? Tot nog toe was de officiele verklaring bij het fenomeen van de UFO altijd die van “het is een optische illusie” of gewoonweg “niet waar”. Dat de amerikaanse regering nu zo’n omslag maakt en hun bevindingen van vele jaren naar buiten brengt, mag zeer zeker bijzonder genoemd worden.
Maar deze onthullingen zullen vooral de theorieën versterken zoals die via Francis Crick, James Watson, Sydney Brenner, Leslie Orgel en anderen al eerder naar buiten zijn gebracht. Speculaties dat er ergens daarbuiten in de verste uithoeken van het universum (of multiversum) andere intelligente levensvormen zijn, is tot daaraan toe, interessant voor een gesprekje aan de borreltafel misschien of aan tafel met de specialisten die het onderwerp bestudeerd hebben, maar zolang er geen bewijs ervoor bestaat, toch niet meteen voor serieus aan te nemen. Als zulke levensvormen echter zelfs al hier en nu aanwezig zijn in ons zonnestelsel en in de buurt of zelfs op onze planeet, dan zullen de woorden van deze mensen opnieuw bekeken moeten worden: in hoeverre spraken zij de waarheid?
Er is een concept dat bekend staat als de Fermi-paradox. Deze controversiële paradox stelt dat op basis van de ouderdom van het universum (ongeveer 15 miljard jaar oud) haar enorme omvang (zo groot dat de grenzen onbekend zijn) en gezien wat we weten over onze eigen evolutie, zou het in het universum moeten wemelen van allerlei soorten van leven. Of rijkelijk bezaaid zijn met overblijfselen van levensvormen op nu verlaten planeten. Maar als dat het geval is, waarom hebben we dan nog nooit iets gevonden? Tenzij we wel al iets gevonden hebben maar dat deze vondsten tot nog toe niet aan ons kenbaar zijn gemaakt! Het is ook om die reden dat de publicatie van deze UFO-rapporten (1 juni 2021) wel eens heel verrassende informatie kunnen gaan geven. Iets om naar uit te kijken.
Images: James Thew / Adobe Stock
Artikel: Mark A. Carpenter
Bewerking/Vertaling: Moonpub NET