Page 29 - Moonpub Magazine Nbr. 3
P. 29
Er moet veeleer een innerlijke, onveranderlijke verhouding bestaan hebben
tussen de toonladders van en alle melodieën die erop gebouwd waren. Met
andere woorden: het bestaan van een ethosleer veronderstelt dat Grieken-
land, gelijk het Nabije en Midden-Oosten, iets soortgelijks gekend moet
hebben als de Hindoes met hun raga en de Arabieren met hun
maqam; de gelijksoortigheid in structuur, gemoedsgesteldheid
en hoedanigheid van alle melodieën die tot een bepaalde
toonladder behoren. Griekenland moet melodische patronen
gekend hebben. Deze gedachtengang zal, althans gedeeltelijk,
het fascinerende eeuwenoude probleem van de Griekse
ethos tot een oplossing kunnen brengen.
HET WAS JUIST vanwege de ezhos, vanwege de karakter-
vormende waarde der melodische patronen, dat de muziek
(inclusief fluiten lierspel i als een van de belangrijkste
vakken van het onderwijs werd beschouwd. Ze had dikwijls de voorkeur
boven de grammatica en rekenkunde en was, in Arcadië bijv., verplicht tot
We zijn dat, wat we bij
de leeftijd van dertig jaar.
herhaling doen.
Muziek weerklonk door het hele land en zijn koloniën. Maar betrekkelijk Beschaving siert de mens
weinig ervan was beroepswerk. De oudste ‘vakman’ was de blinde homeri-
in voorspoed en biedt een
sche bard, een dichter, zanger en luitspeler tegelijk, die de gasten bij de
schuilplaats in tegenspoed.
feestmalen der groten onderhield met zijn verhalen over de heldendaden
van hun voorouders. Deze oprechte, bescheiden bard ontwikkelde zich Als je weet wat goed is,
gaandeweg tot een arrogante verwende virtuoos, die, koninklijk gekleed en
kun je bijna niets anders
met een indrukwekkend gevolg, deelnam aan nationale wedstrijden en die
doen.
van stad tot stad reisde en concerten gaf in overvolle arena’s.
Muziek behoorde ook bij het drama. De acteurs zongen in een stijl die
vermoedelijk gelijk stond met recitatieven en ariosi; en het koor, dat in een
halve cirkel voor op het toneel stond en de handeling en het lot der helden
becommentarieerde, voerde de strofe, antistrofe en een andere slotzang als
beurtzang uit, daarmee de lagere zgn. Barvorm AAB der troubadours,
Minnesanger en Meistersinger aankondigend. Muziek was onmisbaar bij de
vele plechtige processies naar de tempels en heilige bossen en naar de
nationale heiligdommen te Delphi of Olympia, waar de gemeentes elkaar
in getal, grootte en kwaliteit hunner koren trachtten te overtreffen. Muziek
verfraaide het huis. Van iedere man werd verwacht dat hij op feestmalen
kon zingen en zichzelf daarbij op de lier begeleiden. De vrouwen vermaak-
ten zich in hun kamers met zingen en lierspelen, terwijl de Oosterse
slavenmeisjes op de Oosterse harp tokkelden.
Dit is een hoofdstuk uit Curt Sachs’ Geschiedenis van de
Muziek, een boek dat momenteel op de scantafel ligt om
ebook te worden. We laten het weten wanneer klaar!!