Page 34 - Moonpub Magazine Nbr. 3
P. 34
Jammer is dat de film ook één van Chaplin’s creatieve tekortko-
mingen laat horen: zijn voice-over. Dit was goedbeschouwd
helemaal niet nodig geweest, immers één van de facetten die
zijn films zo universeel maakt, is vermoedelijk juist de afwezig-
heid van gesproken taal.
Maar ondanks dit is The Gold Rush toch één van Chaplin’s beste
films en ook de film waarvoor hij - volgens zijn eigen woorden -
herinnerd wou worden. De muziek die hij selecteerde maakte
dat de film met kop en schouders boven de andere films van die
tijd uitstak. Het bevat enkele van zijn meest beroemde scènes en
toont Chaplin op z’n best in zijn rol van de charmante Little
Tramp (ga nog een keer zijn “Oceana Roll Dance” zien en zie
hoe subtiel en ritmisch hij de muziek in de scene heeft geplaatst.
Net als bij The Gold Rush verving Chaplin ook de score voor zijn
film The Circus (1928) maar dat deed hij pas in 1967. De nieuwe
score begint met een originele song gezongen door Chaplin zelf
terwijl de openings-credits over het scherm loopt en we een
jonge vrouw aan een trapeze zien. Ze lijkt dromerig, alsof ze iets
in het leven mist zoals de camera haar observeert, geheel in
overeenstemming met het lied. Het is een innemend openings-
scene die de toeschouwer meteen in de wereld van dit soort
artiesten brengt.
The Circus werd pas enkele maanden na de eerste “talkie”, The
Jazz Singer, uitgebracht. The Jazz Singer luidde het einde in
voor de stomme film en Chaplin wist heel goed dat de dagen
van films zonder geluid over waren. In de 1928 versie van de
film gebruikte hij Irving Berlin’s “Blue Skies” - de song die Al
Johnson in The Jazz Singer zong - om aan te geven dat de
nieuwe tijd voor de film was aangebroken. The Circus eindigde
met de Tramp weer achtergelaten en alleen.
Maar Chaplin liet het er niet bij zitten en begon geluid te gebrui-
ken voor zijn films hoewel hij dat niet in één keer deed bij zijn
opvolger voor The Circus. Voor lange tijd probeerde hij op een
inventieve manier het geluid en de muziek toe te voegen aan
zijn films die nog steeds volgens de stijl van de stomme films
gemaakt werden.