Page 21 - MoonpubMagazine2
P. 21
In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt de banjo steeds meer een
saloninstrument. Er ontstaat een stijl die we als ‘klassiek banjo’ zouden kunnen
omschrijven: bewerkingen van stukken van bekende componisten voor banjo. Een
ander fenomeen uit deze tijd waren grote banjo-orkesten, waarin ook allerlei
afwijkende banjotypen werden gebruikt, zoals piccolo-banjo’s, cello-banjo’s en
basbanjo’s.
Als rond 1900 ragtime en cakewalk populair worden, is de banjo een van de
favoriete instrumenten voor deze vormen van dansmuziek. Grote vertolkers van
ragtime op de 5-snarige banjo zijn Vess L. Ossman en Fred van Eps.
Er zijn mooie plaatopnames van deze musici in de handel, die al voor 1900
zijn gemaakt. De banjo was namelijk een van de weinige instrumenten waarvan
het specifieke geluid nog redelijk doorkwam op de nog geheel akoestische opna-
mes uit die dagen. Dat is ook een van de oorzaken van de populariteit van banjo's We kunnen slechts het deel delen dat
op de oudste jazzplaten. In de jaren twintig is de banjo ook te horen op de eerste binnen andermans kennis aanvaard-
bluesopnames (Pappa Charlie Jackson), in de jugband-stijl (Cannons Jug Stom-
pers) maar ook in de opkomende etnische muziek uit bijvoorbeeld Ierland en het baar is - daarom is men voor het groot-
Caribische gebied. ste deel ALLEEN. Zoals het bedoeld is
vanzelfsprekend in de natuur - op zijn
De jaren twintig laten een grote opkomst van jazz- en best kan ons begrip de eenzaamheid
dansorkesten zien. Het gebruik in zulke orkesten leidt tot
grote aanpassingen aan de banjo. Steeds meer musici scha- van de ander doorgronden.
kelen van het wat ijlere getokkel met de vingers over op Ik kom weer tot mezelf
akkoordenspel met een plectrum (slagbanjo). De vijfde
snaar heeft dan geen nut meer en komt te vervallen. Een als ik alleen ben
banjo met de mensuur en de stemming van een 5- string,
maar dan zonder vijfde snaar noemt men een plectrumban- Ooit opgemerkt dat ‘What the hell’
jo. De bekendste solist op dit instrument was Eddie Peabo- eigenlijk altijd het juiste antwoord is?
dy. Dit type banjo is tegenwoordig vrijwel uitgestorven.
Ik heb op een kalender gestaan, maar
In veel gevallen werd ook de stemming van de banjo aangepast en gewijzigd in ben nog nooit op tijd geweest…
een kwintenstemming (meestal C-G-D-A). Dit werd de tenorbanjo (destijds ook-
tangobanjo geheten). Deze stemming had destijds grote voordelen. Het populair- Ik ben egoïstisch, ongeduldig en een
ste snaarinstrument tot circa 1920 was namelijk noch de banjo, noch de gitaar, beetje onzeker. Ik maak fouten, ben
maar de mandoline. In de steeds luider wordende amusementsmuziek in de vaak moeilijk te hanteren. Maar als je
twenties leek voor dat instrument geen rol meer weggelegd.
me niet aankan op mijn slechtst, dan
verdien je me zeker niet als ik op mijn
best ben…