Page 5 - HetLaatsteOordeel
P. 5
Hij had natuurlijk niet genoeg tijd gehad om zich in de persoon die hij nu in het
graf ging leggen, te verdiepen.
De overledene heet Olav Jensen, dominee. We willen hem morgen al begraven
als dat u schikt. We verwachten geen familie. Alleen een meneer die ooit eens
een collega van de overledene was. Wilt u voor het nodige zorg dragen?
Ik keek op van het gat in de aarde, nu toch wat somber aangedaan door de
bijbelteksten en het open graf aan mijn voeten. Ik zag hoe de doodgraver zijn
sigaar op de grond liet vallen en het met een schoen uitdrukte. Daarna bedekte
hij het peukje met wat losse aarde. Nog geen 100 meter links van mij zag ik het
parochiehuisje liggen waar de predikant woonde. Daar pruttelde nu al de koffie,
gewis. Jörgensen, de directeur van het krankzinnige-instituut, stond naast mij aan
de kuil. Misschien dat hij mij straks de gelegenheid zou willen geven om over Olav
te vertellen, dacht ik.
Ik moest het doen. De herinneringen leefden weer op. Het was alsof Olav's geest,
nu eindelijk vrij en opnieuw bij zinnen, mij in het oor fluisterde - nee smeekte! -
het verhaal kenbaar te maken. Het verhaal, het tragische voorval op het verlaten
bivak in Groenland en Olav's noodlottige inzinking die het teweeg had gebracht,
het zat overvol menselijk leed en ongrijpbare emoties. Uit het vreemde heeft het
Olav overvallen. Hij, een man uit één stuk, nimmer verward of twijfelachtig, altijd
zo vertrouwd met zichzelf dat het je wel eens deed afvragen: is er dan niets dat
hem doet terugdeinzen, niets waaruit kan blijken dat ook hij enigszins plooibaar
is? Ik had het hem wel eens gezegd: “je bent verdomd net zo degelijk en robuust
als die oude tafel hier”, de tafel van de kroeg aan de haven waar wij gewend waren
om zo nu en dan met de hele groep - zoals dat heette - ‘m maar ‘s flink te raken.
Ik heb die tafel horen kraken toen hij luid lachend daarop antwoordde dat ik beter
verder had moeten studeren en geen schipper van een zielig schuitje had moeten
worden, en vervolgens, met de volle kracht van zijn arm alle glazen op diezelfde
tafel liet omvallen en meer, heel veel meer bier bestelde.
Een ijselijke radeloosheid had daar in het koude hoge noorden al zijn zekerheden
gebombardeerd en een chaos in zijn hoofd gesticht die hij niet meer kon
corrigeren. Nooit heeft hij daarna nog geprobeerd om de puzzel opnieuw te
beginnen; hij gaf het op en werd krankzinnig, een bewuste keuze haast. Het had
misschien iedereen kunnen overkomen.