Page 3 - HetLaatsteOordeel
P. 3

HOOFDSTUK 1




            Aalburg,
            1888



            "Daar er bij ons geen ander adres bekend is dan het uwe richt ik mij tot u met

            de helaas droevige boodschap dat Olav Jensen vanmorgen niet meer uit zijn
            slaap is ontwaakt. De ter aardestelling zal aankomende zaterdag 13:00 uur

            plaatsvinden op het kerkhof van onze instelling. Mocht u daarbij aanwezig willen
            zijn..."



          Hoogachtend,
          Walter Jörgensen



           Het gaf niet teveel moeite om te gaan. Ik woonde vlakbij, op zo'n twee uur

        treinreizen  er  vandaan.  Tevens  had  ik  mij  voorgenomen  de  begrafenis  te
        combineren met een kortstondig verblijf in het dorpje, slechts een kwartiertje

        wandelen verwijdert van het internaat. Door mijn jaarlijkse bezoeken aan Olav en
        de overnachtingen in het hotelletje annex buurtcafé aldaar, kende ik er een aantal

        mensen met wie ik het wel aangenaam vertoeven vond. Een uitstapje zou me
        goed doen. Ik keek er eerlijk gezegd zelfs naar uit; het bericht dat Olav Jensen was
        overleden, leek me precies het juiste excuus om dat weekeinde de dagelijkse zaken

        maar eens tweemaal vierentwintig uren links te laten liggen. En om - vergeef me
        de woordspeling - bij het verlaten van mijn huis dit keer rechtsaf het hoekje om

        te  gaan,  naar  het  station,  in  plaats  van  linksom  naar  het  koffiehuisje,  mijn
        dagelijkse route ‘s morgens voor ‘t krantje, de babbel en de kopjes leut.  Een

        gepensioneerde schipper van de wilde vaart zoekt zijn vertier nu eenmaal graag
        buitenshuis.



            Dit ter inleiding, nu het lange verhaal,



           Olav was geen familie, geen vriend, geen naaste wiens heengaan ik geacht werd
        te betreuren. Ik voelde tijdens de heenreis wel iets van droefenis om deze man,

        zijn krankzinnigheid en het bizarre voorval dat daaraan vooraf was gegaan, maar
        meer nog was ik blij voor hem. Zijn geest was immers nu vrij en zijn gevangenschap

        over. Ik wist dat er niemand aanwezig zou zijn voor het laatste vaarwel; zoveel was
        mij duidelijk geworden uit de brief van het internaat.
   1   2   3   4   5   6   7   8