Page 37 - MusicInTime
P. 37
Mecenaat
1430-1600 De hoven en de Renaissance
de eersten die psalmen en andere passages uit het Oude Testament getoonzet
hebben. Zijn rijpe muziek behoort veeleer tot de renaissance dan tot de mid
deleeuwen. Het is echt muziek die niet slechts oud en interessant is, maar die
aangrijpend is, ook voor hen wie de Maria-verering niets zegt.
Het laatste werk van Josquin was een motet waarin hij het onzevader en
het weesgegroet samenbracht, en voor zijn begrafenis componeerde hij
Absolve, quaesumus, waarin hij als een soort gedachtenis zijn eigen muziek
citeert. Toen hij stierf werd zijn bijdrage tot de kunst vergeleken met die van
Michelangelo, een vergelijking die doet denken aan een geweldige drama
tiek, die wij uit de hedendaagse uitvoering van Josquins muziek niet kennen.
Wat we er wel in horen is een diepgaand contrapunt, waarbij de diverse
stemmen uiterst helder zijn uitgewerkt. Ook is er een gespierdheid die een
vergelijking met Michelangelo’s kunst kan doorstaan, zoals in de klaagzang
voor Okeghem; daarnaast is er iets verukkelijk speels in, bijvoorbeeld in El
grillo (de krekel).
In aansluiting hierop moet de Nederlander Clemens non Papa (ca. 1510-
ca. 1556) worden genoemd; hij was namelijk tussen Josquin en Orlando di
Lasso de voornaamste Zuidnederlandse toonkunstenaar. Geboren op Wal
cheren, was hij onder meer werkzaam te Brugge en ’s-Hertogenbosch. Eigen
lijk heette hij Jacobus Clement, maar hij veranderde zijn naam, mogelijk
omdat hij in leper, waar hij een tijd lang woonde, niet verward wenste te
worden met de eveneens daar levende dichter Jacobus Papa. Clemens was in
zijn tijd zeer gevierd. Hij heeft bijzonder veel gedaan voor het lied met
Nederlandse tekst (de Souterliedekens, driestemmige a capella-koren). Tot
zijn talrijke composities behoren acht magnificats, veertien missen en twee-
honderddertig motetten.
De situatie in Duitsland
Toen het Bourgondische muziekleven van minder belang werd begon het
46