Page 5 - Mozaiek6
P. 5

Hauer deed zelfs het voorstel nu ook alle niet gelijkgetempereerde instrumenten af te
        schaffen en alleen nog maar voor combinaties van piano, orgel, harmonium en celesta
        te componeren.. . Th. W. Adorno noemde (in 'Philosophie der Neuen Musik’) de
        twaalftoonstechniek  een  'overwintering  tot  een  lente,  waarin  zich  nieuwe
        mogelijkheden voordoen’. De componist Frank Martin stelde vast, dat het Schoen-
        berg-systeem de componist in gelijke mate met middelen verrijkt, als het zijn geest

        verarmt, omdat het hem alle rijkdommen, vondsten en ervaringen van vorige eeuwen
        ontsteelt.

        De aleatorische muziek lijkt de laatste uitkomst voor hen, die aan de rand van de
        dodecafonische afgrond staan: zij ontstaat door geschreven korte, al dan niet 'seriële'
        thema’s door verschillende musici op verschillende momenten te laten beginnen en
        eindigen  (desnoods  met  behulp  van  het  gooien  met  dobbelstenen  -  vandaar:
        ’Würfelmusik’) en maar af te wachten hoe en hoelang een en ander gaat klinken. Dit

        betekent natuurlijk 'the end of’ het seriële systeem. Men onthoude in dit verband de
        ramen van de Amerikaan John Cage en de Fransman Pierre Boulez!

        Zoals rond 1960 de Nederlandse schilder Karel Appel werkte (’ik rotzooi maar wat
        aan’), zo werkten in dezelfde tijd enige 'componisten’, van wie bekend is, dat zij het
        ’vak’ echter wel degelijk hebben geleerd . ..

        Futurisme  ontstond  in  1909  onder  enkele  z.g.  literatoren  in  het  land  der  Grieks-
        Romeinse ruïnes: Italië en wel met het manifest van Filippo Tommaso Marinetti in ’Le

        Figaro’ (Parijs) van 12 februari. Het werd de knieval voor de machine, de jeugd, de
        (toenmalige) snelheid en het gedruis. Alle Europese snobs op kunstgebied waren er
        opeens vol van en de consequenties voor de muziek bleven niet uit: dichters, schilders
        en componisten veler landen verenigden zich en maakten Milaan en Parijs tot centra
        van de 'futuristische muziek’.

        Tijdens het historische 'concert’ in april 1913 in het Teatro del Verme van Milaan
        werkten in vier stukken die te zamen Het Ontwaken van de stad heetten, mee: 3

        brompotten, 2 knallers, 3 donderaars, 3 fluiters, 2 plassers, 2 kakelaars, 1 loeier, 2
        knarsers en 1 snurker. Zij brachten de zaal tot zó’n tumult, dat de futuristen Marinetti,
        Boccioni, Carra, Mazza en Piatti de zaal in moesten trekken om met wandelstokken
        en knuppels de domme ’ouder-wetsen’ tot de orde te roepen; ’de slag in het parket
        duurde een half uur’, berichtte Marinetti later, ’terwijl Luigi Russolo op het toneel
        gewoon doorging zijn negentien lawaaimakers te dirigeren.’

        Zou deze verkwikkende voorgeschiedenis de ingenieur, technicus, dramaturg, schrijver
        en 'musicus’ Pierre Schaeffer te Parijs hebben aangezet een musique conrète oftewel

        ’gedruismuziek’  te  scheppen  in  1948?  Hij  ging  in  het  begin  uit  van  voor  radio-
        uitzendingen geschikte geluiden van de straat, de fabriek, de waterkraan, exotische
        instrumenten, gespreksflarden en alle andere denkbare geluidsbronnen, inclusief het
        geprepareerde of gedenatureerde klavier, waarbij hij zocht naar de mogelijkheden
        van  onmiddellijke  beroering  met  de  geluidsbron  zonder  daarvóór-geschakelde
        elektronica.
   1   2   3   4   5   6   7   8   9   10