Page 4 - Mozaiek6
P. 4
Met dezelfde reeks, doch begonnen bij toon no. 6, stelde hij de begeleiding samen,
die geen 'harmonieën’ in de gewone zin, maar wel 'samenklanken’ buiten een toonaard
(dus atonaal) laten horen:
Pas daarna ontwierp hij zijn compositievoorschriften, die vervolgens door vele van
zijn aanhangers als evenzovele geboden zijn opgevat, doch tenslotte weer zijn
doorkruist, ontbonden en voor nietig verklaard.. . Die regels luiden:
1. Voordat hij met het eigenlijke werk begint, stelt de componist een reeks op,
waarin alle twaalf tonen van de chromatische toonladder moeten voorkomen;
daarin mag een toon alleen herhaald worden op zijn eigen plaats; terugkomen mag
hij pas weer, als alle andere elf hun beurt hebben gehad.
2. Om elke associatie met de oude tonaliteit uit te sluiten mogen in de reeks nimmer
meer dan grote of kleine terts-afstanden na elkaar voorkomen; ook mogen niet
herhaaldelijk gelijke intervallen worden gebruikt.
3. Deze reeks heeft in de ruimste zin thematisch karakter voor de 'compositie’ en
dient tot de vorming van het melodisch materiaal.
4. Zij kan 'omgekeerd’ worden, zodat de intervallen 'tegengesteld' voor de dag
komen.
5. Zij mag ook van achteren naar voren, dus in kreeftegang aangewend worden,
met de mogelijkheid van 'omkering' van ook déze reeks.
6. Alle afleidingen kunnen 'getransponeerd', dus hoger of lager geplaatst worden.
7. In het verloop van de 'compositie' kan men gebruik maken van onderdelen van
de reeks (bijv. 6, 4 en 3 tonen - maar in de eens vastgestelde volgorde) om tot een
polyfoon geheel te geraken.
Velen beschouwen dit 'systeem' waarvan de uiterste consequentie horizontaal bestaat
uit zoveel mogelijk variëring naar vaste regels van een twaalftoonreeks en verticaal uit
de opeenstapeling van dezelfde 12 tonen in dezelfde volgorde als het eindpunt van
de muziek met 'normale' tonen van het overgeleverde toonstelsel, omdat er eenvoudig
geen volgende stap meer te doen valt.