7. VLINT WEEROMME!

Opdracht Twee: “Ga in polonaise drie minutenlang naar het noorden. Maak lawaai! Als rechts de wittewievenkuil verschijnt roep dan heel luid “Vlint Weeromme!” totdat een straal zonlicht doordringt. Ga graven daar waar het zonlicht valt.”

Het bos. De polonaise. Meneer Slim loopt voorop, daarachter Vlammetje en vervolgens Bolle. Of toch niet? Jawel, daar is Bolle weer. En nee, daar is hij weer verdwenen. Waarschijnlijk zijn de wezens begonnen met hun ontvoering volgens de Ongemerkt Weg methode. Jammer is we nooit te weten zullen komen wat er met hem zal gebeuren en waar ze hem heen zullen leiden. De andere kant van de wereld? De witte kamer in het ruimteschip? Ee andere tijd? Een vorig leven? Alles is mogelijk bij de buitenaardse wezens. En dat allemaal om antwoord te krijgen op hun drie Hamvragen. Antwoorden die later, als een commissie van groene wijze mannetjes er zich mee gaat bemoeien, het lot van de gehele mensheid zal gaan bepalen: zullen ze worden opgenomen in de Coalitie van Hogere Intelligenties of nog voor enige tijd – bijvoorbeeld een miljoen jaar – hun eigen boontjes moeten doppen? Het moge inmiddels duidelijk zijn dat onze drie avonturiers de uitverkorenen zijn om deze antwoorden te gaan geven.

Na ongeveer drie minuten van de polonaise lopen en bijna levensechte imitaties van staande trom en schuiftrompet zien ze rechts van hen inderdaad een grondverzakking. Beter bekend in het Drentse als wittenwievenkuilen. Bolle is onderwijl menigmaal ongemerkt weg geweest maar het valt hem niet af te zien. Evenals bij Vlammetje’s hemelvaart hebben de wezens ook bij Bolle het geheugen gewist. Hij is nog steeds dezelfde: goedaardig, beetje dom en sterk als een beer. Geen nieuwe wetenswaardigheden die je moet weten voor wat hem betreft. Wel het volgende:

Opdracht Drie: “Ga in de gegraven kuil als deze manshoog is. Roep: In de schoot van Moeder Aarde sta ik. Met heel mijn ziel, smeek ik u, geeft mij de vlint weeromme!” Wacht nogmaals op de roep van de uil. Graaf verder daar waar de worm kruipt en u zult vinden.”

Heel luid schreeuwen ze “Vlint Weeromme! Vlint Weeromme!”. Niets gebeurt. En nogmaals. Zonder succes. Nog harder dan maar. Het lijkt zinloos. De zon, amper nog met haar licht aanwezig in dit dichtbegroeide gedeelte van het bos, wil maar niet gaan stralen. Meneer Slim merkt op dat ze misschien te vroeg zijn; later op dag zal er zeker zo’n straaltje doorbreken. “Kop op, makkers, het zal zeker komen!” Zeker drie uur lang blijven ze hoopvol wachten. Het Vlint Weeromme weerklinkt nog vele keren. Soms ongeduldig luid, maar heel vaak ook binnesmonds en zonder enige zingeving. En zowaar, uiteindelijk flitst een zonnestraal door het gebladerte recht op het midden van de wittewievenkuil. Het wonder bestaat nog…

Moe geschreeuwd maar opnieuw met rooskleurige verwachtingen dalen ze naar beneden en beginnen te graven. Na dertig minuten hebben ze alle drie een klein bergje zand naast zich maar de kuil is nog bij lange na niet manshoog diep, zelfs niet voor Vlammetje die als de kleinste van het stel maar iets meer dan een diepte van anderhalve meter nodig heeft om er helemaal in te verdwijnen. Maar na drie uur scheppen is dan eindelijk zoveel zand naar boven gehaald dat zowel Meneer Slim en Vlammetje in de kuil kunnen gaan staan zonder nog gezien te worden. Nu komt het er op aan! Zal de uil zich weer laten horen? En wat te denken van de worm? Tot nog toe hebben ze er nog geen een gezien.

“Ho, stop, genoeg!”, roept Meneer Slim, “ik zie alleen nog de toppen van de bomen. De kuil is nu manshoog. Nu gaat het er om spannen! Ik zal als eerste gaan roepen, Bolle let op of je de uil hoort roepen en jij, Vlam, ga wurmen zoeken!”

En gebeurt het. Het toeval laat vreemde situaties ontstaan. Een verlaten bos, een 2-meter diepe kuil en daarin iemand die heel hard “in de schoot van Moeder Aarde sta ik” staat te roepen. Aan zijn voeten kruipt een ander op handen en knieëen wroetend op zoek naar wurmen. “Met heel mijn hart smeek ik U”, echoot het door het eeuwenoude bos, woorden die misschien ooit eens eerder daar geweergalmd hebben, heel vroeger bij een heksenkring en – wie weet? – nog veel vroeger, in een zeer ver verleden bij de bouwers van de hunnebedden. Wanneer weer eens een kei niet waterpas wilde gaan liggen. Of na dagen gesjor en gesleep toch weer naar beneden donderde. Wie zal het zeggen? De bomen? Dat zou schrikken zijn! Een boom die plotseling begint te praten: “Hoor, daar is het Vlint Weeromme weer, dat is een tijd geleden…”

Daarna wordt er enige minuten lang intens geluisterd. maar er komt geen antwoord van de uil. En ook de wurmen blijven weg. Nogmaals proberen dan maar. Helaas, weer niets. “We doen het nog een keer”, roept Meneer Slim. Hij weet: driemaal is scheepsrecht. Na drie pogingen, lijkt het, wordt de aanhouder vergoeilijkt en beloont met succes. Wie nooit driemaal de moeite doet iets gedaan te krijgen, verdient niet te slagen.

Het gezegde mag dan heel vaak inderdaad waar zijn, dit keer niet. Nog vele malen wordt Opdracht Drie van de geheime kaart herhaald maar steeds weer zonder bijval van een uil of wurm.

De middag is inmiddels langzaam overgegaan inde vroege avond. Bolle zegt dat het in zijn maag zo rommelt en Vlammetje laat geïrriteerd weten dat als hij nu nog een wurm ziet hij hem op zal eten. “Ik zweer het je!!” En ook Meneer Slim krijgt trek. Maar dat is niet de belangrijkste reden waarom hij tenslotte, na nog eenmaal een poging, de kuil uitklimt en er mee stopt. Langzaam begint het hem te dagen: hij is beetgenomen. Verder graven zou zinloos zijn. De “geheime kaart”is waarschijnlijk niets meer dan een vodje papier, opgemaakt en vakkundig vervalst – dat wel – door iemand die nu ergens buikschuddend van het lachen en handenwrijvend van plezier de gratis drankjes zit weg te werken. Hem aangeboden voor het bedenken van de Mop van het Jaar.

Toch: de hamburgers en bonnen, boven het gasstelletje opgewarmd, smaken er niet minder om. Bolle en Vlammetje rollen hun slaapzak uit en willen, moe van het zandscheppen, vroeg gaan slapen. Morgen is het de laatste dag.

En Meer Slim? Die besluit een ommetje te gaan maken…

Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *