Page 38 - MoonpubMagazine2
P. 38
Daar zijn drie redenen voor, in een oplopende reeks van Als Hamlet zijn beroemde frase uitspreekt dat daadkracht
belangrijkheid. De eerste is zijn psychologische geremdheid, ‘de ziekelijk bleke tint van het denken aanneemt’ heeft hij
zoals die door Freud geïnterpreteerd is. Hamlets incestueuze een specifieke gedachte voor ogen: de dood en wat daarna
gehechtheid aan zijn moeder is pathologisch van aard en komt. De zin komt aan het eind van de beroemdste speech
daarom roept de gedachte aan de moord op zijn oom in het stuk, de ‘Te zijn of niet te zijn’-monoloog, die een
schuldgevoelens van vadermoord bij hem op, die zijn doelbewuste bespiegeling over zelfmoord is. Al zijn
vermogen tot handelen verlammen; die oom heeft, door zijn sympathie gaat uit naar de dood, die ‘vervulling van een
vader te doden, Hamlets eigen onbewuste wens ten uitvoer vrome wens’. De monoloog noemt de ‘pijl en slinger van
gebracht, dus zou hij, als hij zijn oom zou doden, deels het meedogenloze lot’ die samen het leven vormen, hij
zichzelf doden. somt een lijst redenen tégen dat leven op. Het ene
argument dat eventueel vóor het leven pleit is eveneens
Ten tweede bevindt Hamlet zich in een morele crisis. negatief van aard, het is de ‘vrees voor iets na onze dood’.
Degene die hem in de hele wereld het meest na staat is zijn
moeder, die hij liefheeft en bewondert. Een maand na de Later, als hij Polonius gedood heeft, toont hij geen enkel
dood van haar echtgenoot, een bijzonder mens, trouwt zij berouw om deze onnodige moord en maakt in plaats
met zijn broer, een laaghartig individu die door Hamlet daarvan grappen over het sterfelijk zijn. Als hem gevraagd
terecht veracht wordt. Voor hem is dit een onbegrijpelijke wordt waar hij het lijk verborgen heeft, antwoordt hij dat
daad. Maar zijn eerste reactie op Claudius’ schanddaad is, het aan het souper zit, waar het door de wormen
verrassend genoeg, niet dat hij tekeergaat tegen zijn oom, opgegeten wordt. Als hij in de vijfde akte op de begrafenis
maar zijn moeder gaat verwijten: ‘O jij, verderfelijke vrouw!’ van Ophelia komt, springt hij in haar nog open graf en wil
Vanaf dat moment horen wij zijn litanie van tegen vrouwen samen met haar begraven worden. Aan het einde, als hij
gerichte scheldwoorden. Degene die hij boven ieder ander Horatio smeekt zichzelf niet te doden, doet hij dat met de
liefhad, heeft zijn vertrouwen geschonden. Als er geen veelzeggende frase: ’schort je zaligheid nog even op'. Het
vertrouwen meer is, welke wet is dan nog van kracht? Als stuk eindigt met een begrafenisstoet, waarbij het lichaam
de meest intieme bindingen onbestendig zijn, waar kun je van Hamlet onder krijgsceremonieel wordt weggedragen.
dan nog op vertrouwen? Hamlet is door zijn moeder’s
gedrag totaal uit het lood geslagen en verliest alle be- Een echte tragedie eindigt juist met een overwinning op
langstelling voor wat dan ook. de dood: Achilles die, om het goed te maken,
begrafenisrituelen uitvoert voor hij gedood wordt,
Hamlets verachting voor Claudius, die hij geen waardige Oedipus die, als hij tot inzicht gekomen is, zichzelf ver-
tegenstander vindt, is ook tekenend. Er schuilt een zekere blindt en in ballingschap gaat om in eenzaamheid zijn lot
mate van trots in deze renaissance-prins, die het beneden te overdenken. Voor Hamlet, en ook voor het humanisme,
zijn waardigheid vindt om zo’n miezerig schepsel te doden. was er niets dan de dood.
De derde en belangrijkste reden voor Hamlets onvermogen Hamlet is een laatste, vergeefse poging tot een tragedie in
tot handelen is dat hij de Dood heeft ontmoet. Het stuk opent de westerse, humanistische cultuur en luidde in feite het
met de Dood. Het is middernacht en de wachters hebben einde van het genre in. Waar is de metafysische loutering
aan het slot gebleven, waardoor het murw geworden
het over een geestverschijning. Die inderdaad verschijnt.
publiek weer wordt geïspireerd en voelt dat het leven
Tegen het einde van de eerste akte spreekt Hamlet zelf met ondanks alles toch de moeite waard is? Dat juist vanuit
het lijden, vanuit de vernedering, ja zelfs de dood, de
de geest van zijn vermoorde vader, wiens afscheidswoorden
luiden: ‘Vaarwel, vaarwel Hamlet: en denk aan mij.’ Hoe levenskracht uiteindelijk triomfeert? Dat vanuit het
zou Hamlet hem ooit kunnen vergeten? Sterker nog, vanaf woestijnlandschap van de tragiek het verslagen individu
het moment dat hij het toneel afwankelt, bewijzen eigenlijk zijn of haar eigen grenzen toch weet te overstijgen en met
al zijn woorden, met uitzondering van zijn uitbarsting tegen de hogere orde der dingen verenigd wordt? De ervaring
van het tragische leert ons dat de dood niet de uiterste
zijn moeder, ‘O jij verderfelijke vrouw’ en tegen zijn oom, ‘O
schurk, schurk, lachende, vervloekte schurk!’ hoezeer zijn leven grens is, niet het ultieme ‘nee’ is. In Hamlet is dat wel het
beheerst wordt door de geest van zijn vader. geval, en dus blijven wij als toeschouwers treurig achter,
als vissen aangespoeld op het strand...