Page 37 - MoonpubMagazine2
P. 37

Hij houdt zich in het geheel bezig met de bloedschuld die                                          Hij noemt de aarde ‘een nutteloze rotskaap’ en de mens

        hij op zich zou laden als hij de nieuwe koning Claudius zou                                        ‘deze  meest  uitgekristalliseerde  vorm  van  stof’.  De

        doden. De moraliteit is, heel simpel, geconcentreerd op zijn                                       voorbeelden volgen elkaar op. Zijn gedachten gaan steeds

        plicht  zijn  oom  te  doden  om  de  moord  op  zijn  vader  te                                   weer  in  de  richting  van  zelfmoord,  waaraan  hij  de
        wreken. Maar het staat hem vrij zijn plicht ook niet te doen.                                      voorkeur geeft boven ‘in zweet en tranen de lasten van

        En het is juist deze vrijheid die hem vernietigt en met hem                                        een moeizaam voortbestaan te torsen’. Van het begin tot

        alle andere belangrijke personages in het stuk. Het gevolg                                         het eind is Hamlet bitter, somber, introvert, rusteloos en

        van Hamlets eeuwige besluiteloosheid is dat, in de door hem                                        ook moe, en soms tot op het waanzinnige af onbesuisd.

        veroorzaakte chaos, bijna iedereen het loodje moet leggen.                                         Eigenlijk is het stuk één lange klaagzang over het leven
                                                                                                           zelf,  die  slechts  hier  en  daar  door  de  dramatische

        Omdat het hem vrij staat zijn plicht niet na te komen, zakt                                        handeling onderbroken wordt.

        Hamlet steeds verder weg in het moeras van zijn depressie.

        Dit is een man die in diepe melancholie verzonken is. Zijn                                         Het probleem van Hamlet is, zoals talloze critici hebben

        eerste speech opent met de klacht:                                                                 opgemerkt, eigenlijk heel eenvoudig: waarom doet hij niet
                                                                                                           wat hij, naar hijzelf en trouwens ieder ander weet, zou

            Hoe dof, vervelend, stom en nutteloos                                                          moeten doen, namelijk zijn vader wreken door Claudius

        Lijkt mij al dit gescharrel van de wereld!                                                         te doden?






















































                                                                                                        xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42