Page 22 - Moonpub Magazine Nbr. 1
P. 22

Dit gedeelte van de film is wellicht te losjes

                  samengesteld maar als je toch de opening niet

                  volledig wilt verwerpen dan kan dat zijn


                  vanwege Reginald Gardiner als Schultz, een

                  Duitse officier die later ver boven de bekrompen

                  vooroordelen van een Hynkel blijkt te staan.

                  Als een karikatuur van de grootse stijl van de

                  Pruisische adel slaagt Gardiner erin om

                  vindingrijk en zowel een beetje kierewiet als pompeus correct de opening van de film te redden.




                  Onvergetelijk is natuurlijk de scene van de barbier (Chaplin) and Schultz (Gardineer) in het onderste-

                  boven vliegende vliegtuig voor de crash en uiteindelijk het nieuws van de overgave van Tomainian en


                  het  einde  van  de  oorlog.  De  vliegtuigcrash  veroorzaakt  een  geheugenverlies  bij  de  barbier  en  hij

                  belandt  in  het  ziekenhuis.  Vele  jaren  later  zien  we  hem  weer.  Inmiddels  is  Hynkel  aan  de  macht

                  gekomen en zijn stormtroepen struinen de straten af, angst zaaiend in de ghetto’s waar onze joodse

                  barbier nu zijn winkeltje heeft.




                  Ondanks Chaplin’s grote ambitie voor een politieke en actuele film lijkt toch ook hier de slapstick het

                  te winnen van de actualiteit. Chaplin heeft gekozen voor het geheugenverlies van de barbier die om

                  die reden onwetend is van de politieke omstandigheden van die tijd. Hij komt dan wel in opstand

                  tegen de SS maar dat is niet vanwege de overtuiging dat hij zich dient te verzetten tegen de politiek


                  maar simpelweg omdat hij zijn eigendommen wil beschermen; zijn protest is zoals ieder mens zou

                  reageren tegen brutaliteit en ongehoorde schofterigheid.




                  Merk ook op hoe de lieden van de stormtroepen allen die gespierde lomperikken zijn, oudere mannen

                  vaak die er een beetje uitzien als de slechterikken van de vroegere slapstick filmpjes. Ze toveren een

                  visie van de Arische toekomst: ex-boxers, tandenloze bierschuimers, de gratis-hapjes snaaiende bral-

                  lende feestgangers  op een verkeerd feestje ,het soort van mannen uit wiens klauwen Chaplin tientallen

                  jaren zelf heeft moeten optrekken in zijn jonge jaren.





                  Maar zij hebben en funcie en weten hoe te reageren op een klap op het hoofd met een koekenpan, dat

                  is waar. Paulette Goddard als Hannah, een opvliegende Joods meisje,  geeft ons het voorbeeld van wat

                  de Nazi's verdienen. Bam! Daar! Het is enigszins dubbelslachtig wat je van deze slapstick actie moet

                  denken: als je de stormtroepen ziet als de iiritante slechterikken  dan negeer je dat het feitelijk de SS is.

                  Maar wanneer je ze ziet als lieden van de SS organisatie dan vergaat je het lachen.  Het probleem is dat

                  bij slapstick een klap op het hoofd meestal “licht” aankomt en niet als pijnlijk wordt ervaren en alleen

                  maar symbolisch is. Meestal geeft het de slapstick weer meer actie als de slechterikken op komen dagen

                  omdat het publiek dan weet dat het weer fijn vechten wordt. Maar je kunt niet echt blij zijn en je

                  vermaakt voelen als de SS weer in de straat verschijnt voor een volgende scene vol ellende waar noch


                  de filmmaker of het publiek enig plezier aan kan beleven.
   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27