Page 18 - Moonpub Magazine Nbr. 3
P. 18

Liefde is een band tussen de mensen. Het hoeft niet romantisch of gepassioneerd te zijn.

                                                   Maar het is ook geen overbodige luxe. Liefde is niet iets dat alleen voorbestemd is voor

                                                   de happy few. Het is veel eerder een manier van verbondenheid met anderen die

                                                   nodig is voor onze ontwikkeling als mens. Ik moet je in mijn leven krijgen. In feite is de
                                                   liefde  -  die  van  het  verbonden  zijn  met  de  anderen  -  een  voorwaarde  voor  de

                                                   geestelijke gezondheid, en het begint met ons perspectief van de wereld en de manier

                                                   waarop wij onze relaties met andere mensen bezien. Maar waarom is de liefde dan zo
                                                   belangrijk? In termen van de sociale en politieke filosofie, komt het allemaal neer op

                                                   hoe het met onze vrijheids-beleving is gesteld.




                            My Independence Seems to Vanish in the Haze




                     De Hegeliaanse Vrijheid. Hegel stelt dat de vrijheid niet alleen het vrij zijn van obstakels is; het is niet iets

                     zomaar willekeurig of een bevlieging. Dat wil zeggen, de vrijheid is niet alleen de mogelijkheid om te

                     doen wat je wilt en wanneer je maar wilt. Hij ontkent de willekeur van de status van de vrijheid omdat

                     door  middel  van  willekeur  onze  wil  wordt  bepaald  door  het  onvoorziene,  de  toevalligheid.  Als  we
                     toestaan dat onze verlangens onze acties dicteren dan laten we ook de                                                                            (het irrationele)


                     van de natuur onze wil bepalen.



                     Op die manier zijn we voor onze wil afhankelijk van ons toevallig verlangen, dan weer dit, dan weer wat

                     anders. Als we niet zelf de bedoelingen en betekenissen van onze zinnen kunnen bepalen dan zijn we de
                     controle over onszelf kwijt, meent Hegel. Het is hetzelfde als bij een verslaving, ongeacht of dat aan

                     heroine  is  of  de Savoy  Truffle. Zelfs  als  zou  alles  binnen  je  bereik  liggen  om  jouw  verlangens  te

                     bevredigen dan nog zal je dat niet de ervaring en het gevoel geven van werkelijke vrijheid; je bent de

                     slaaf  geworden  van  jou  eigen  verlangens.  Hegel  maakt  in  zijn  filosofie  voortdurend  dit  onderscheid:

                     enerzijds de vrijheid die je vergund is (als slaaf van je eigen verlangens)  en anderzijds de vrijheid die
                     werkelijk  een  zelfrealisatie  is.  In  de  klassieke  filosofie  heet  dit  het  onderscheid  tussen  negatieve  en

                     positieve vrijheid.




                     Dit onderscheid tussen negatieve en positieve vrijheid wordt meestal toegeschreven aan                                                                                     .

                     Volgens Berlijn heeft de negatieve vrijheid te maken met het antwoord op de vraag: “Wat is het gebied

                     waarbinnen men het aan een persoon - of groep van personen - moet overlaten om te doen waartoe hij
                     in staat is zonder enige inmenging van anderen? ''




                     De uitdrukking, “zonder inmenging van andere” is veelbetekenend bij deze zienswijze. Bij deze opvatting

                     van vrijheid is men net zo vrij als dat de niet-inmenging groot is. Meer inmenging betekent dus minder
                     vrijheid; vrijheid 10 is 0x inmenging, vrijheid 1=9x inmenging - overeenkomstig een

                     soort van wiskundige vergelijking die de professionele filosofen graag gebruiken

                     om zo hun waarheden te toetsen.  De negatieve vrijheid wordt vaak omschreven

                     als “                            ';  vrijheid van obstakels, problemen, aantasting, en uiteindelijk
                     ook de andere mensen. De wijze waarop de Beatles de fiscus beschreven hebben in

                     George’s song Taxman kan misschien dit nog wat verduidelijken. Hij (de taxman)

                     maakt inbreuk op onze vrijheden door ons te belasten,  de grond onder onze

                     voeten, de straat waarin wij wonen en de stoel die ons laat rusten. Hij (de taxman)

                     beperkt op die manier onze vrijheid en belet ons te doen wat we willen, wanneer

                     en hoe we dat willen.
   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23