Page 27 - MoonpubMagazine2
P. 27

Door het gebrek aan identiteit, door het ontbreken van een ik,

                                                                                      weet de Zwerver niet hoe hij zich in de wereld moet voegen.

                                                                                      Hij blijft een vreemde op aarde. Hij duikt immers uit het niets

                                                                                      op. Hij lijkt noch verleden noch toekomst te hebben; hij heeft


                                                                                      een bestaan zonder een biografie. Hij is er gewoon, en hij leeft

                                                                                      eenvoudigweg in het moment. De wereld met zijn principes

                                                                                      van oorzaak en gevolg gaat helemaal aan hem voorbij.




                                                                                      Vooral als de Zwerver tracht toch op de gebruikelijke wijze

                                                                                      mee te doen aan de normale wereld, gaat het helemaal mis. In

                                                                                      Modern Times probeert hij zich te handhaven als arbeider aan

                                                                                      de lopende band. Hij moet schroeven aandraaien. Maar hij kan

                                                                                      de absurde industriële race tegen de klok - die wordt verbeeld


                                                                                      met het commando van de directeur om de band sneller te la-

                                                                                      ten draaien - niet bijhouden. Hij draait door: de monotone be-

                                                                                      wegingen gaan in zijn lichaam zitten. Zelfs twee knopen op

                                                                                      tepelhoogte van de jas van een dame, zetten hem ertoe aan om

                                                                                      ze aan te draaien met zijn sleutels. Hij is geen mens meer, maar

                                                                                      een radertje van de machine. De ontmenselijking is totaal.




                                                                                      Als de Zwerver echter niet meedoet aan de normale gang van

                                                                                      zaken, weet hij zich inde wereld soms juist meer thuis te voe-


                                                                                      len dan anderen, bijvoorbeeld wanneer hij een hemd gebruikt

                                                                                      als tafelkleed en een manchet als servet. Het zijn momenten

                                                                                      die weliswaar beginnen met vervreemding - de normale func-

                                                                                      tie van een hemd voelt de Zwerver niet aan -, maar die eindi-

                                                                                      gen met een soort verzoening met de wereld, omdat hij in zijn

                                                                                      kinderlijke spel de wereld opnieuw weet te veroveren.




                                                                                      Zonder gehinderd te worden door conventies, creëert de

                                                                                      Zwerver een eigen wereld met eigen betekenissen. Gebruikelij-

                                                                                      ke betekenissen vervagen, de wereld wordt weer menselijk. In

                                                                                      het spel met de dingen toont hij de utopische wereld waarin de


                                                                                      vervreemding tussen de mens en zijn omgeving is opgeheven.
   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32