Page 51 - Moonpub Magazine Nbr. 1
P. 51

Nu  nemen  strijkers  en  tweede  fagot  het  ritme  van  motief b,  dat  kort  vóór  de

                                 doorwerking door de pauk werd losgelaten, met sterke energie weer op, en tegen

                                 dezen donkeren achtergrond flitst het hoofdmotief, beurtelings in hobo (samen

                                 met eerste fagot) en fluit enige malen als een vuurpijl. Het interval van dit motief,


                                 dat reeds eerder van kwart tot sekst was uitgegroeid, bereikt nu de afstand van

                                 een septiem!




                                 Deze  korte  doorwerking  met  haar  ruksgewijze  accenten  (sfz)  is  de  meest

                                 spannende en tevens de meest Beethoveniaansche episode van het gehele stuk.

                                 Wie zou, toen hij het thema zoo nuchter en onbewogen hoorde inzetten, vermoed

                                 hebben dat er zulk een fel-dramatische kracht in opgesloten lag? In tien maten

                                 lijds heeft deze aangrijpende episode zich voltrokken. De grondtoon C is terug,

                                 het  ritme  van  motief b  verhuist  naar  de  achtergrond  (het  wordt  aan  de  pauk


                                 teruggegeven), de strijkers- en blazersgroep wisselen elkander af met verglijdende

                                 harmonieën, en alles maakt den indruk van een verademing na een storm. De

                                 ritmische figuur van motief b blijkt in de pauken-roffel geleidelijk te zijn opgelost,

                                 maar niets is zo hardnekkig als een geprononceerd ritme: plotseling duikt het weer

                                 op in de trompetten met de kracht van een dwingende fanfare. De eerste violen

                                 nemen het over en voeren het tevens tot een melodisch hoogtepunt (maat 95), en

                                 fagot en hobo moeten enige malen door middel van motief a hun bezwerende

                                 stem laten horen, eer het tot bedaren wil komen.





                                 De doorwerking is uit en de reprise begint. De tweede violen stellen zich braaf in

                                 het gelid om de fugatische inzet van het begin getrouwelijk te herhalen. Maar wat

                                 moet dat dartel huppelende melodietje, waarmee de violoncellen de ernst van het

                                 ogenblik dreigen te verstoren? (vb. 13).




                                 Terwijl fagot en altviool ernstig hun fugatischen plicht vervullen, komt het er in

                                 de violen wéér ondeugend tussenspringen, en straks zijn ook de bassen er niet

                                 veilig voor.
   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56