Page 7 - MusicInTime
P. 7

Uitgangspunten
     v. Chr.               Trillingen en heidense riten






                           foon - en schrapers van fallusvormig bot (in primitieve samenlevingen ook
                           nu nog in verband gebracht met hofmakerij) dateren uit de Steentijd, net als
                           het snorrebot dat aan een riempje rond het hoofd geslingerd werd en dat
                           naar men geloofde de mens in verbinding bracht met de zielen van de dode
                           voorvaderen. Rammelaars als de maraca imiteren het geluid van de zee; van
                           2500 v. Chr. zijn trommels en bellen van aardewerk over, die een verbetering
                           lijken van vroegere vergankelijke houten exemplaren, oorspronkelijk wel­
                           licht gebruikt om in een storm de donderslagen te beantwoorden, of kwalijke
                           invloeden van deze wereld of een andere uit te bannen.
                             Omstreeks deze tijd ontstonden de eerste hoge beschavingen: eerst Soe-
                           merië en Oer, daarna Egypte, Indië en China, toen Judea, Griekenland en
                           Rome. In Soemerië zijn op kleitabletten van 3000 v. Chr. driesnarige harpen
                           afgebeeld. In het Oer der Chaldeeën zijn lieren, kleppers en andere eenvou­
                           dige slaginstrumenten gevonden van enkele eeuwen later, en ook tekeningen
                           van dingen die er uitzien als trompetten of megafoons.
                             In de beeldende kunst van Oer worden dubbelfluiten afgebeeld zoals in
                           Midden-Europa nu nog bespeeld worden door herders. Daarmee konden
                           twee tonen tegelijk worden gespeeld, wat het begin inluidde van de har­
                           monie.

                           Religieuze en wereldse muziek
                           De Soemeriërs beoefenden muziek voor heilige rituelen, zoals bij dodendien­
                           sten, krijgsoverwinningen en feestmalen. Dat patroon is tot voor heel kort
                           blijven bestaan: een kunst voor de happy few. De volksmuziek vond altijd
                           wel haar eigen weg, onopgetekend, maar misschien plooibaarder en duur­
                           zamer.
                             In Babylon, in Soemerië, beschikte koning Nebukadnezar over het be­
                           roemde orkest dat wordt Vermeld in Daniël 3. (Geleerden hebben ontdekt dat
                           de opgesomde instrumenten niet correct vertaald zijn, omdat de Soemerische
                           instrumenten werden voorzien van eertijds gangbare Griekse benamingen.)
                           De Hebreeën hadden na hun terugkeer van Babylon naar Jeruzalem, invloe­
                           den ondervonden van de hoven waar de joden gevangen geweest waren, met
     Dit bas-reliëf, gevonden in   name in Egypte en Soemerië. De latere overheersing door Grieken en Romei­
     Ninive en stammend uit de   nen moet op de muziek van Judea indruk hebben achtergelaten, evenals
     zevende eeuw v. Chr., stelt   elders. De muziek in de tempel van Salomo was koorzang met instrumentale
     een groep musicerende
     krijgers voor. Behalve een   begeleiding; maar tegen de tijd dat het christendom een onafhankelijke gods­
     horizontale harp en een   dienstige sekte werd, verbood men de instrumenten - misschien om de herin­
     aantal verticale komen er   nering aan de lange gevangenschap weg te vagen - net als de christelijke litur­
     ook fluiten op voor.  gie zijn best deed om alle sporen van oude heidense praktijken uit te wissen.





















     18
   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12