Page 57 - MusicInTime
P. 57

Madrigalen en maskers
      1530-1700 De Gouden Eeuw







































      De viool werd aanvankelijk   Muziekcentra in Italië
      ongeschikt geacht voor   De ontwikkeling van de .Italiaanse vocale muziek was in de tweede helft van
      beschaafde uitvoeringen en   de zestiende eeuw strak verbonden met het leven aan het hof. In Rome, de
      werd verwezen naar de   hoofdstad van het christendom, was veel belangrijks gebeurd op muziek­
      gewonere muziekvormen,   gebied, evenals in Venetië, een meer libertijnse stad, die in welstand bloeide.
      zoals boerendansen,
      behalve aan het Franse hof   Venetië werd muzikaal beheerst door de San Marco-basiliek met zijn twee
      waar het instrument hoog   orgelgalerijen, vanwaar koren en instrumentale groepen elkaar konden
      werd gewaardeerd en al   beantwoorden. Florence, de woonplaats van de familie Dei Medici, werd
      vlug de niet zo handige   erkend als de bron van het zuiverste Italiaans, dat van Dante en Petrarca. De
      vedel verving.        Medici’s waren enthousiaste en actieve muziekliefhebbers; heel wat belang­
                            rijke componisten werkten voor hen. Bovendien ontstond in Florence de
                            opera.
                              Ferrara, gelegen tussen Padua en Bologna, was tot 1598 de woonplaats
                            van de familie Este, even rijk en machtig als het geslacht der Medici’s en even
                            muziekgericht. Alle grote Zuidnederlandse componisten, zoals Josquin des
                            Préz, waren er geweest. In de zestiende eeuw werden daar bij bepaalde gele­
                            genheden spelen opgevoerd met muziek, gewoonlijk op een herderlijk
                            thema. De vreugde en trots van Ferrara was de groep beroepszangers, die
                            heel goed zwierige passages konden zingen. Bijzonder befaamd waren drie
                            dames, Tarquinia Molza, Laura Peperara en Lucrezia Bendidio, die naar
                            verluidt even mooi waren als begaafd in de kunsten van de liefde en de
                            muziek. Van heinde en ver kwamen er componisten om hen te horen en
                            muziek voor hen te schrijven. Twee waren sopraan en de derde alt, en door­
  t                         dat hun stemmen zo goed samenklonken ontwikkelde het Italiaanse madri­
                            gaal zich van drie- tot vijfstemmig: twee sopranen, alt, tenor en bas. Door
                            hun virtuositeit werd het madrigaal ook een schitterender en sterker ver­
                            sierde vorm en meer voor beroepszangers dan voor amateurs uit de betere
                            kringen, met zelfstandige instrumentale partijen en veel passages voor solo


      66
   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62