Page 51 - Mozaiek6
P. 51
Het zette allemaal veel kwaad bloed, maar het vormde ook een groot aantal vurige
aanhangers. Zij juichten de steeds groter wordende reeks van werkelijk eersterangs-
voorstellingen toe en telden niet de brokken die ook gemaakt werden en de slachtoffers
die vielen. De salarissen en werkroosters der technici werden verbeterd, de dubbele
diensten van de Philharmoniker en de leden van het opera-orkest - die immers
dezelfden waren (en nog zijn) - soepeler ingericht; dit laatste vooral toen Mahler na
Richters vertrek tot dirigent der beroemde concerten werd benoemd. Een vijftal
onvergetelijke avonden in Parijs in 1900 was een hoogtepunt binnen déze werkkring.
Misverstanden en wanbegrip maakten enige tijd later ook aan dit mooie werk weer
een einde in conflictsfeer. De autocraat van de opera was het nu eenmaal onmogelijk
presidentje te spelen van een republiek van orkestmusici, de organisatievorm die zij
zelf hadden gekozen.
In 1901, dus niet lang na de voltooiing van zijn opgewektste en gaafste symfonische
werk (Vierde Symfonie in G) leerde Mahler het twintigjarige 'mooiste meisje van
Wenen’ kennen, de schildersdochter Alma Maria Schindler. Het jaar daarop trouwde
hij haar en dit maakte een eind aan de huishoudelijke zorgen van zuster Justine en
werd een begin van een echtelijke verbintenis die vele ups en downs heeft gekend in
betrekkelijk korte tijd. Een huwelijksleven waarin de kunstzinnige vrouw de man en
zijn muzikale streven heel dikwijls béter heeft begrepen, dan omgekeerd de
egocentrische echtgenoot de aard der liefdesverlangens van de echtgenote. Een later
wereldkundig gemaakte flard van een gesprek zei overigens wel iets van hun ware
verhouding:
Alma - ’Hoe meer een man bereikt, hoe meer ik van hem houd.’
Gustav - ’Dat heeft een gevaarlijke klank; en als er nu iemand opdaagt
die het verder brengt dan ik?’
Alma - Dan zal ik hem gaan liefhebben.’
De jonge bruid stortte zich onmiddellijk in het werk van haar man. De schetsen voor
de moeilijke, na ijverige Bach-studie polyfoon gedachte Vijfde Symfonie in cis moesten
worden gekopieerd! ’Die herfst (.. .) was het de eerste keer dat hij mij een nieuw werk
zou voorspelen en vol trots, arm in arm, liepen wij samen de weg naar de hut in het
bos waar hij altijd werkte.
In 1906 namen aanvankelijk kleine wrijvingen met de Opperhofmaarschalk
bedenkelijke vormen aan, hetgeen mede te wijten is geweest aan Mahlers demonische
eigengereidheid. Dat hof en clerus Richard Strauss’ Salomé in de ban deden om haar
’decadente inhoud’, zodat de plannen voor uitvoeringen moesten worden opgegeven,
was de eerste grote slag voor Mahler. In het daarop volgende jaar braken een rij
onheilen zijn tot dan toe ontembaar schijnende energie. Zijn lievelingsdochtertje Maria
overleed in de zomer aan een onstuitbare heftige ziekte - de Kinder tot enlieder werden
tragisch bewaarheid! Zijn vrouw ondervond een ernstige fysieke terugslag. Hemzelf
werd alle inspanning verboden om de bedenkelijke toestand van zijn hart.