Page 47 - MoonpubMagazine2
P. 47

volgt na een modulatie naar Bes (maat 12) een meer bewogen episode, waarin

                                 snelle toonladderfiguren het gehele orkestgebied doorrollen, waarna unisono in

                                 alle instrumenten de volgende gebroken drieklankfiguur in mineur verschijnt:






































                                    …welke twintig jaar later opnieuw verschijnen zal, en wel als hoofdthema van

                                 de Negende Symfonie! Dit kan natuurlijk een toevallige coïncidentie zijn, doch

                                 het  is  wel  merkwaardig  dat  de  muziek  van  de  Negende  toentertijd  reeds  in

                                 Beethoven te kiemen begon. Uit een van zijn brieven blijkt, dat hij in deze periode


                                 ook reeds het plan koesterde om Schiller's “Ode an die Freude" op muziek te

                                 zetten, welke later het slotdeel zal vormen van zijn Negende Symfonie.




                                 De sombere toon, welke in deze éne maat werd aangeslagen, trekt echter onmid-

                                 dellijk weg. Het is alsof de componist even de wenkbrauwen gefronst heeft, doch

                                 zijn trekken ontspannen zich weer en nemen een vriendelijker uitdrukking aan,

                                 welke gedurende het gehele stuk niet meer verstoord zal worden. Alvorens van

                                 deze langzame inleiding afscheid te nemen, is het goed, even te letten op de korte

                                 opmaat waarmee zij begon. Dit tweeëndertigste nootje, dat ogenschijnlijk zeer

                                 bijkomstig is, blijft gedurende het eerste deel van deze symfonie zijn pertinente

                                 kracht uitoefenen, want juist op belangrijke keerpunten (b.v. maat 57-58 etc., maat


                                 96-97 e.v.) alsook in de slotmaten van het stuk, komt dit opmaatfiguurtje weer

                                 naar voren springen.




                                 Het hoofdthema van het eerste deel (Allegro con brio) dat in de alten en violon-

                                 cellen begint, even geïnterrumpeerd wordt door een wilde vlaag van de eerste

                                 violen, en door de hobo's en fagotten zangerig afgesloten wordt:
   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52