Page 29 - MusicInTime
P. 29

1430-= i6oo




       inspireerde hem tot het geweldige motet Supremum est mortalibus waarin
       hun beider naam in zachte akkoorden verweven zit. Toen Dufay zijn dood
       voelde naderen schreef hij voor zijn eigen begrafenis zijn laatste mis, geba­
       seerd op de melodie van zijn mooi en gevoelig motet Ave regina coelorum,
       met een tekst doorspekt met tropen voor zijn zielerust.

       De muziek van de renaissance
       Elke grote componist vormt een brug tussen het voorafgaande en het vol­
       gende, en Dufay weet de middeleeuwse muziek te verbinden met die van de
       renaissance. De renaissancistische schilder- en bouwkunst - die omstreeks
       1430 een aanvang nam - toonde een voorkeur voor de Grieks- en Romeins-
       klassieke kracht van de eenvoudige, vloeiende lijn in reactie op de sierlustige
       gotische stijl - die zelf weer ‘herboren’ werd in de latere barok.
         De muzikale pendant van deze in Italië begonnen wedergeboorte was twee­
       ledig: een voortzetting vanuit de polyfonie - diverse stemmen of instrumen-




       Demis
       De rooms-katholieke mis en de middeleeuwse Gregoriaanse toonzetting ervan zijn eeuwenlang
       voor componisten een blijvende bron van inspiratie geweest. In de zestiende eeuw beschouwden grote
       componisten als Byrd, Palestrina en Victoria muziek in wezen bestemd voor de eredienst.
       Pas in de baroktijd ontwikkelde de mis zich door orkestbezetting en virtuoze solisten meer tot een
       religieus praalstuk.
         De tekst van de mis is verdeeld in vijf hoofddelen: ‘Kyrie’, ‘Gloria’, ‘Credo’, ‘Sanctus’ en ‘Agnus
       Dei’. Deze hebben tal van onderdelen. Van het ‘Gloria’ kan bijvoorbeeld het ‘Laudamus te’ of het
        ‘Cum Sancto Piritu’ afgezonderd worden en apart behandeld. (Van het eerste is een prachtige toonzet­
       ting voor sopraan en orkest in Mozarts ‘Mis in c klein ’, en van het laatste in Rossini’s ‘Missa solen-
       nelle’.) Van het ‘Credo ’ is Bachs ‘Crucifix’ in zijn enorme ‘Mis in b klein ’ een van de machtigste stuk­
       ken koormuziek die er bestaan. Het ‘Sanctus’ omvat ook het ‘Hosanna in excelsis’ en het ‘Benedictus’,
       terwijl het slotdeel ‘Agnus Dei’ de woorden ‘Dona nobispacem ’ bevat, die ook vaak als afzonderlijk
       deel worden behandeld.






        ten die onafhankelijk van elkaar voortgaan en daarbij samen aangename
        harmonieën scheppen - een hernieuwde aandacht voor de verstaanbaarheid
        en de muzikale ondersteuning van de gezongen tekst, hetgeen leidde tot het
        gebruik van één geharmoniseerde melodie, in plaats van diverse gelijktijdige
        melodieën.
          Er was nog een derde effect: er ontstond een wereldlijke muziek die min­
        stens zo belangrijk, geraffineerd, modern en roerend was als de kerkmuziek.
        Dat was de renaissance in de muziek. Het begon met het verschijnen van het
        madrigaal, eerst in Italië, toen in de andere landen. Maar de muziek bewoog
        zich al een tijd in de richting van harmonie om de harmonie, en niet enkel
  > omdat de polyfone stemmen toevallig mooi bij elkaar klonken. Men was zich
        bewust dat een tekst niet zomaar een verzameling klanken was die van bij­
        passende noten voorzien moesten worden, maar een uitdrukking van gevoe­
        lens en gedachten die in de muziek een zo goed mogelijke weergave moesten
        vinden.



                                                                                              37
   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34