Page 4 - Handboek Muziek Geschiedenis
P. 4

I             i




                      —
                                                                                                    -
               Daar evenwel in de praktijk              —   naar men beweerde van Ling lun s
            tijd af       de gewoonte bestond, de toonschaal in twaalf halve tonen

            te verdeden, kwam men op de gedachte, dit ook in de theorie te doen.
            Die verdeeling noemde men Lu, d. i , wet. De volmaakte intervallen
            waren de volgens ons notenschrift genoemde: ft g, a, b, c, dr et de

            onvolmaakte: (is, gist aist cis, dis. Die onderscheiding tusschen vol                         -
            maakte ( yang) en onvolmaakte ( yu) tonen kwam overeen met de
            wereldbeschouwing der Chineezen, volgens welke tegenover het vol-


            maakte : „zon, hemel, man             "   enz, het onvolmaakte: „aarde, maan,
            vrouw   "   enz, stond.
               Door uitbreiding en omzetting der Lu klom het aantal toonsoorten

            ten slotte tot vier en tachtig.
               Hoewel de Chineezen datgene wat wij onder harmonie verstaan

            evenmin gekend hebben als een der andere volken van de oudheid,
            is in hun muziek toch reeds een spoor te vinden der betrekkingen van
            een grondtoon tot zijn quïnt en quart ; beide intervallen komen als
            begeleiding van een grondtoon voor. Ook zijn zij het oudste volk, dat

            het octavenstelsel, den quintencirkel en den normalen toon gekend heeft.
               Veel is in China over de muziek geschreven, De Fransche                         Jezu ïeten-
            pater A m i o t, hierboven vermeld, die missionaris in Peking was, schreef

            in het jaar 1776 t dat hij daar te lande niet minder dan 64 boeken over
                                                                                 —
            muziek had leeren kennen. Het oudste werk van dien aard is van de
            llc eeuw vóór Christus, dus in een tijd, waarin de muziekgeschiedenis

            van andere landen          —   Egypte alleen uitgezonderd                nog in duisternis
            gehuld was.

               Ten tijde van den wijsgeer C o n f u c i u s (K o n g f o e t s e e), omstreeks

            500 vóór Chr ,     f schreef T s o Kieu-M i n g, een vriend van dezen wijsgeer ,
                                                 ^
            een handboek over muziek. Van Confucius zelf is de uitspraak : „Wilt

            gij weten , of een land goed geregeerd wordt en van goede zeden is,
            luistert dan naar zijn muziek. Inderdaad waren de regeerende vorsten
                                                   "
            ïn China ten allen tijde van              meening dat de toonkunst van grooten
   1   2   3   4   5   6   7   8   9